AlgemeenOpinie

Leegstand

Het is voor het platteland beter leegstaande stallen af te breken dan er nieuwe activiteiten in te huisvesten.

Vorige week kwam Alterra met een alarmerend rapport over leegstand op het platteland. Het Wageningse instituut had berekend dat de komende jaren 24.000 boerenbedrijven stoppen, en die laten 15 miljoen vierkante meter leegstaande gebouwen achter. Dat is meer dan de leegstand op de kantoren- of winkelmarkt, ronkt het persbericht. De onderzoekers stellen vast dat het met de vrijkomende woonhuizen wel goed komt, die vinden wel een nieuwe eigenaar en zijn vaak zelfs zeer gewild. Niet alleen voor wonen, ook voor woon-werkcombinaties. Alterra stelt voor de overblijvende leegstaande gebouwen andere functies te geven om daarmee het platteland te revitaliseren. Tot zover de ruimtelijke rekenmeesters.

Feitelijk onderschatten de Wageningers het probleem nog aanzienlijk. Naast de stoppers zijn er ook veel bedrijven die niet stoppen en die zijn voortdurend met nieuwbouw in de weer, waardoor oude gebouwen overbodig worden. Die worden eerst jongveestal, en later opslag voor spullen die al lang naar de vuilstort hadden gemoeten. En het probleem was nog groter geweest als Alterra zich gerealiseerd had dat ook silo’s, kuilvloerplaten, mestopslagen en wat al niet meer overblijven.

Hergebruik van een vrijkomende varkensstal door een handel in boten, aannemersbedrijf of ijzervlechterij leidt tot overlast voor de omgeving, tast het landschap aan, staat haaks op toeristische ontwikkeling en legt druk op de infrastructuur. En het is nog duur ook om een bestaand oud gebouw voor een nieuwe functie aan te passen. Daar komt nog bij dat het woongedeelte van het erf een stuk lastiger te verkopen is als zich een lawaaiactiviteit in de bijbehorende varkensschuur vestigt. Veel overheden hebben dat goed in de smiezen, en daarom zijn er allerlei regelingen ‘groen voor rood’. Daarmee worden eigenaren van vrijkomende landbouwgebouwen financieel geholpen om het spul inderdaad af te breken. Niet dat de regelingen optimaal werken, maar ze zijn er wel.

Dat Alterra tot een heel andere conclusie komt, en nieuwe activiteiten in oude schuren wil, heeft een oorzaak. Alterra begint niet te denken vanuit kwaliteit van het landschap, maar vanuit ‘economische activiteit’. Vandaar ook dat het instituut de kuilvloerplaat voor het gemak vergeet. Lieve Alterra, het platteland verandert, de landbouwbedrijven worden groter en er blijft bebouwing over. Nieuwe functies, zoals wonen en recreatie, nemen de plaats gedeeltelijk in. Die nieuwe functies zijn niet gebaat bij verder gebruik van veertig jaar oude ligboxenstallen, werktuigloodsen of kippenschuren. De nieuwe functies krijgen eigen gebouwen, toegesneden op hun doel. Kortom, verzin iets voor de monumenten en andere kwaliteitsgebouwen, en breek de rest af.

Beheer
WP Admin