Ruimte voor ontwikkeling noodzaak

De varkenssector heeft een eigen ‘zuivelplan’: afschaffen van dierrechten en daarvoor in ruil de garantstelling dat de milieudoelstellingen worden gehaald. Het plan geniet een breed draagvlak van LTO Nederland, NVV, NAJK, Rabobank, ABN Amro, COC en Nevedi. Politiek Den Haag kan zo’n breed gedragen initiatief niet naast zich neerleggen.

Volgens de toekomstvisie ‘Recept voor duurzaam varkensvlees’ moeten bedrijven die willen uitbreiden, investeren in grond of volledige verwerking van de extra mestproductie. De investering komt hiermee grotendeels ten goede aan verduurzaming van de productie. Het stelsel van dierrechten werkt hier verlammend op. Een euro in dierrechten kan niet meer aan mestverwerking of andere maatregelen op het terrein van gezondheid, ammoniak, fijnstof of welzijn worden uitgegeven. Berekeningen van Flynth wijzen erop dat vleesvarkenshouders 10 procent en zeugenhouders 5 procent van hun investeringskosten kwijt zijn aan varkensrechten. In een sector die toch al in zwaar weer verkeerd, is dit fnuikend voor ontwikkeling. Wim Thus, directeur Landbouw van de Rabobank, stelt terecht dat ook de maatschappij gebaat is bij een dergelijke aanpak. Het plan strookt ook met het beleid dat de provincie Noord-Brabant voert. De bouwstop is geschrapt. De sector moet stappen zetten op terrein van verduurzaming, en dan werkt een stop contraproductief.

Het plan wordt sectorbreed gedragen. Is dat voldoende voor de politiek om bij de uitvoering de dierrechten ook daadwerkelijk af te schaffen? Om de beperkte investeringsruimte van de sector in te zetten in duurzaamheid, is dit vertrouwen wel nodig.