AlgemeenOpinie

Politiek is (ook) emotie

Het gewasbeschermingsbeleid moet op feiten worden gebaseerd en niet op emotie. Dat betoogden CDA en VVD in een Kamerdebat over het middelenbeleid, woensdagavond.

Het was niet de eerste keer dat deze bijna emotionele hartenkreet klinkt. Maar het is een vruchteloos en ook onzinnig pleidooi. Wie de emotie, het gevoel van mensen, wil uitsluiten van het politieke proces is ondemocratisch bezig. Het komt er op neer dat wie geen ‘verstand van zaken’ heeft, niet mag meepraten. Dit leidt tot een technocratie, een ander woord voor: alle macht aan het RIVM en de WUR. Ook boeren zitten daar niet op te wachten.

De afkeer van emoties klinkt vaker in de landbouw en daarbuiten. Dat is ook wel begrijpelijk. Die ‘onnozele’ burgers willen vaak maar niet snappen waar het om gaat, gaan puur voor het eigen belang en lijken niet vatbaar voor ‘redelijke’ argumenten. Heeft eenmaal de angst postgevat – voor ziektes uit de veehouderij, voor landbouwgif, voor pedo’s desnoods – dan overtuigen wetenschappelijke rapporten en mooie technieken niet snel meer.

Toch zit er maar een ding op: de burgerij serieus nemen. Cees Veerman, zelf nogal van het type technocratisch bestuurder, zei het vorige week nog op een bijeenkomst met boeren die zich ook beklaagden over redeloze emoties. Op een van zijn zwakkere momenten als minister, bekende hij, kreeg hij een wijs advies van collega Henk Kamp. ‘Cees, jij begrijpt niet dat politiek emotie is.’

Beheer
WP Admin