AlgemeenOpinie

Wild

Natuurliefhebbers willen niet alleen op veel meer plaatsen dan nu wild ontmoeten, ze willen ook dat schade en gevaar door wild voorkomen worden.

Voor iedereen die de natuur bezoekt is het een topervaring om oog in oog te staan met een hert of een wild zwijn. Uit onze achterbanraadpleging over wild bleek duidelijk dat zo’n ontmoeting voor veel mensen de natuurervaring compleet maakt. Anderzijds willen we in ons drukke en volle land voorkomen dat er gevaarlijke verkeerssituaties ontstaan, of dat wild al te grote schade aanricht in bijvoorbeeld de landbouw. Uit genoemde raadpleging bleek dat natuurliefhebbers niet alleen op veel meer plaatsen dan nu wild willen ontmoeten, ze willen ook dat schade en gevaar voorkomen worden. Voor afschot van dieren bestaat begrip, maar dan wel als laatste maatregel die dan ook aantoonbaar tot minder schade of gevaar leidt.

Afschot

Het is een hele uitdaging om aan al deze wensen tegemoet te komen, en we werken er hard aan. Natuurmonumenten neemt nadrukkelijk een middenpositie in bij het vaak extreem gepolariseerde debat over de jacht. Afschot is een onmisbaar onderdeel van het wildbeheer, maar moet in onze ogen alleen ingezet worden als het bijdraagt aan dat beheer. We zijn er daarom voorstander van de zogenoemde wildlijst af te schaffen. Hierop staan konijn, haas, houtduif, wilde eend en fazant. Deze mogen vrij bejaagd worden. Er gaan stemmen op deze lijst zelfs uit te breiden met wild zwijn, edelhert en damhert. Wij pleiten voor professioneel en planmatig faunabeheer, waarbij het tegengaan van schade centraal staat.

Maatwerk

Om dezelfde reden zijn wij tegenstander van een eenzijdige focus op een getalsmatig bepaalde omvang van de toegelaten wildstand. Wij pleiten ervoor om faunabeheer te baseren op datgene waar het in feite voor bedoeld is: beperken van schade en gevaar. Dus geen theoretisch berekende afschotquota, maar op maatwerk gebaseerde pakketten van maatregelen om schade tegen te gaan. Daarvan moeten ook niet-dodende maatregelen deel uitmaken, zoals het anders inrichten van gebieden, plaatsen van afschermingen en verjaging. Ook pleiten we voor een goede schaderegeling voor boeren die alsnog schade oplopen.

Realiteit

Nulstand kun je beschouwen als de meest extreme vorm van getalsmatig bepalen van het doel. Elk zwijn of hert dat zijn kop om de hoek steekt, gaat eraan. Dat is niet meer van deze tijd, ook al omdat in delen van het land inmiddels de realiteit de theorie heeft ingehaald. Zwijnen hebben zich gevestigd en gaan niet meer zomaar weg. In essentie een positieve ontwikkeling, zowel voor de natuur waaraan deze dieren een belangrijke ecologische bijdrage leveren, als voor het toerisme. Geleidelijk zien we provinciebesturen neigen de nulstand te relativeren. Dat vraagt natuurlijk om goed onderbouwd en breed gesteund beheer. Daaraan leveren wij een bijdrage.

Beheer
WP Admin