AlgemeenOpinie

Van geluk onder de trein

Staatssecretaris Dijksma steekt haar nek heel ver uit ten voordele van de Nederlandse melkveehouderij.

Op 12 december 2013 heeft het kabinet de plannen bekendgemaakt voor het mestbeleid. Er wordt van uitgegaan dat het met de verwerkingscapaciteit voor mest wel goed komt. Normaal is het Planbureau voor de Leefomgeving behoudend bij dit soort dingen, nu is het tamelijk optimistisch. Het kabinet laat zien dat ze de positie van de intensieve veehouderij anders ziet dan die van de melkveehouderij. De bestaande dierrechten voor varkens en kippen blijven vooreerst bestaan, voor melkvee komen ze niet. De overheid maakt niet vaak dit soort scherpe keuzes. Overigens, als er eenmaal voldoende verwerkingscapaciteit is, kunnen de rechten voor varkens en kippen alsnog vervallen, zegt staatssecretaris Dijksma.

Het kabinet kiest ondubbelzinnig voor de melkveehouderij als economisch belangrijke sector voor de toekomst. Dijksma geeft in haar brief aan de Tweede Kamer eigenlijk aan dat ze de intensieve sectoren nog lang niet duurzaam genoeg vindt om ermee verder te kunnen. Daar ben ik het mee eens, hoe vervelend dat ook is voor de intensieve sectoren. Maar nu de melkveehouderij. Van de regering mag die groeien. In de brief aan de Kamer ronkt het van de complimenten voor de sector. Bleker had hem kunnen schrijven. Kijk eens naar de volgende zin: “Wij hebben veel waardering voor de manier waarop het bedrijfsleven onderling tot afspraken komt en die ook in kwaliteitssystemen verankert.” Zo zie je ze niet vaak in Den Haag. Dankzij FrieslandCampina en de afspraken in het Convenant Weidegang blijft de sector dus een stelsel van dierrechten bespaard.

Bedrijven die willen groeien ten opzichte van 2013 moeten voldoende grond of voldoende verwerkingscapaciteit hebben. Dijksma gaat ervan uit dat het met die groei wel mee zal vallen en dat grondgebondenheid en weidegang door de sector zelf gewaarborgd zullen worden. Geweldig voor de melkveehouders en alles wat erbij hoort. Het is maar goed dat ik niet de staatssecretaris ben, want ik had het niet gedurfd. Er staan weliswaar wat zinnetjes in de brief dat de regering het allemaal goed in de gaten zal houden, maar dat is het. Het feit dat een aantal grote zuivelverwerkers grondgebondenheid en weidegang afdwingt bij leveranciers, betekent nog niet dat ze dat allemaal doen. A-ware bouwt op dit moment een fabriek in Heerenveen waar grondarme of grondloze leveranciers terechtkunnen. En grondarme bedrijven tasten ogenblikkelijk het maatschappelijk draagvlak van de sector aan.

Ik heb sinds de brief gepubliceerd is nauwelijks reacties uit de melkveehouderij gezien. Volgens mij zijn ze daar met stomheid geslagen. Mijn moeder zaliger placht te zeggen: “Hij komt nog eens van geluk onder de trein.” Ik zou maar goed uitkijken.

Beheer
WP Admin