Geen punten voor hormonen

En weer vee in de hoofdrol op de televisie. Dit keer sleept Radar, in samenwerking met Wakker Dier, de veehouderij weer richting verdoemhoek: op 90 procent van de melkvee- en zeugenbedrijven worden vruchtbaarheidshormonen gebruikt. Die stelling klopt, dat weet iedereen. Het gros van de bedrijven gebruikt de middelen incidenteel en curatief. Maar bij veel minder dieren dan Radar schetst.

Zo is het gebruik van PG600 bij zeugen om de bronstsignalen te versterken de afgelopen jaren duidelijk verminderd. Dierenartsen zien het gebruik ervan als een brevet van onvermogen. Door gericht management te verbeteren bleek gebruik veelal niet langer nodig.

Ook elke rundveehouder kent de curatieve inzet van hormoonpreparaten door de dierenarts om een baarmoeder schoon te krijgen of de cyclus op gang te brengen. Maar dan praat je over een paar koeien per bedrijf per jaar, niet over honderdduizenden koeien. Volgens de KNMvD past een tot twee procent van de bedrijven een bronstsynchronisatieprogramma met structurele inzet van hormonen toe. Dat percentage zal door de groeiende inzet van stappentellers de komende jaren zeker niet stijgen.

Dus inderdaad, de sector zet vruchtbaarheidshormonen in. Inzet ervan is goedgekeurd en gereguleerd door (inter)nationale overheden. Ze worden toegediend door of onder toezicht van de bedrijfsdierenarts.

Het punt van gebruik heeft Wakker Dier dus gemaakt. Dat er forse telfouten in de aantallen dieren zitten, dat vergeven we ze ook nog. Maar schadelijkheid? Illegaliteit? Dat punt kan Radar niet maken.