Degene die het hardst roept, krijgt de meeste aandacht

De Nederlandse burger is positief over de landbouw, zo blijkt uit een steekproef van TNS Nipo onder ruim duizend ondervraagden. De visie in de Tweede Kamer lijkt, met name op veehouderijgebied iets anders.

TNS Nipo heeft in opdracht van het ministerie van Economische Zaken onderzoek gedaan naar de waardering van de Nederlandse burger voor de Nederlandse landbouw. De conclusie is ronduit positief: De landbouw kreeg een 7,6.  Een dikke pluim dus voor de Nederlandse boeren en tuinders.

De uitslag wijkt niet veel af van het beeld van de burgers over de landbouw in de laatste acht jaar. TNS Nipo voert het onderzoek sinds 2005 met enige regelmaat uit. Met als resultaat een prachtig rapport: het cijfer kwam nooit onder de 7,5.  Vooral mensen van boven de 55 geven vaak een 8 of hoger voor de Nederlandse agrosector. Jongere mensen geven doorgaans een iets lager cijfer, al geven ook zij een dikke voldoende. De burger heeft vooral waardering voor het harde werken van de boer, de kwaliteit van de agrarische sector en de functie die de boer vervult bij de voedselproductie.

Toch is het gevoel dat veel boeren hebben over de waardering die ze krijgen van burgers heel anders. Met name op de veehouderij. Wanneer een boer een vergunning aanvraagt voor uitbreiding van zijn bedrijf, krijgt hij tegenwoordig bijna standaard te maken met bezwaren van burgers uit de omgeving. Met enige regelmaat worden demonstraties gehouden tegen megastallen of voor een beter dierenwelzijn. Het beeld dat hiermee wordt gewekt, is dat er negatief wordt gedacht over de landbouw.

Het heersende negatieve beeld klinkt ook door in de landelijke politiek. In debatten over dierenwelzijn is een Kamermeerderheid voor forse aanscherping van het dierenwelzijnsniveau in de veehouderij. Het beeld wordt geschetst dat er heel veel mis is in de Nederlandse veehouderij. De Partij voor de Dieren, GroenLinks en de SP nemen hierin het voortouw. Zelfs de traditionele voorvechter van de landbouw, CDA, vindt dat de sector duurzamer moet gaan produceren. Opvallend is dat uit de enquête van TNS Nipo blijkt dat ‘slechts’ 54 procent het belangrijk vindt dat de agrarische sector op een duurzame wijze voedsel produceert. 44 procent van de ondervraagden staat hier neutraal tegenover, 2 procent vindt dit niet belangrijk. De visie van het volk is dus wel iets anders dan de  visie van de volksvertegenwoordigers.

Ook bij het imago van de landbouw blijkt: degene die het hardst roept, krijgt de meeste aandacht. En dat zijn vaak de mensen die kritiek hebben. Tevreden mensen hoor je niet. Tenzij ze worden ondervraagd, zoals in de enquête van TNS Nipo. Staatssecretaris Sharon Dijksma van landbouw wees er deze week nog eens op dat de land- en tuinbouw ontzettend belangrijk zijn voor de economie. Uit een studie van Oxfam Novib kwam naar voren dat de Nederlandse voedselproductie bij de allerbeste van de wereld behoort. Bij de sector zelf en aanverwanten is dit heel goed bekend. Maar bij het brede publiek zit dat wat minder goed tussen de oren. Dijksma vindt het belangrijk dat deze boodschap ook verder wordt verteld dan alleen in de sector zelf. Al lijkt het met het imago van de landbouw toch wel goed te zitten.