Demonstratie van melkveehouders voor het Scheepvaartmuseum in Amsterdam, waar de Europese ministers dinsdag 31 mei bijeenkwamen.</p> <p>Foto: ANP AlgemeenAchtergrond

Crisisgevoel neemt toe

De aanhoudend slechte resultaten drukken de stemming in de veehouderij steeds verder. ?Ook toeleveranciers en dienstverleners merken steeds meer van de malaise.

Al sinds vorige zomer gonst het: terwijl de rest van de economie aantrekt, zakt de agrarische sector weg in een crisis, de veehouderij voorop. De varkenshouderij kreeg toen al de diagnose ‘crisis’ over zich heen. Nu is ook in de melkveehouderij de stemming gekelderd. De melkprijs blijft maar dalen. Enige lichtpunt lijkt dat de voerprijzen ook laag zijn. De agrarische vertrouwensindex zakt verder weg.

De komst van de Europese landbouwministers naar ons land was dan ook hét moment om politiek en publiek duidelijk te maken dat het niet goed gaat. Met meer overtuiging dan vorige zomer gingen Nederlandse veehouders de straat op.

De aanhoudend slechte resultaten worden ook voelbaar onder bedrijven rondom de boer; toeleveranciers en dienstverleners.

Net als bij demonstraties in omliggende landen gebruikelijk is, werden ook op 31 mei in Amsterdam kunstkoeien – beschilderd in de nationale driekleur – meegetorst. Op de foto is er een opgehangen en een te water gelaten.
Foto: ANP

Rekeningen blijven liggen

Loonwerkers en mestdistributeurs merken dat rekeningen van veehouders blijven liggen. Werk dat normaliter wordt uitbesteed, doen veehouders nu zo veel mogelijk zelf. Veel loonwerkers en mestdistributeurs eisen dat vooraf betaald wordt of vragen een bankgarantie. Dat blijkt uit navraag bij Cumela en uit gesprekken met loonwerkers en mesttransporteurs.

‘De combinatie van lage melkprijs en regelgeving maakt melkveehouders chagrijnig.’

Volgens Jan Breembroek, directeur Agro Advies bij accountantskantoor Flynth, is de sfeer onder veehouders stekeliger. “De combinatie van liquiditeitsproblemen en onzekerheid over de regelgeving maakt dat melkveehouders gespannen zijn. Er is een forse groep met een nieuwe maar halfvolle stal waar de kosten zwaar drukken op het rendement. Gemiddeld komen melkveehouders 5 cent per liter melk te kort.” De aanvragen voor bouw- en uitbreidingsvergunningen en stallenbouw zijn volgens Breembroek volledig ingestort. “Sinds de zomer van 2015 zien we een daling van het aantal vergunningsaanvragen. Nu ligt dat helemaal stil.”

Breembroek trekt de vergelijking met 2009. Toen was de melkprijs ook laag. “Het verschil is dat melkveehouders toen niet te maken hadden met nieuwe regels omtrent de Kringloopwijzer, grondgebondenheid en fosfaatrechten. De combinatie van lage melkprijs en regelgeving maakt melkveehouders chagrijnig.”

Ron Groot van Aannemingsbedrijf De Jong Ursem uit Ursem (N.-H.): “De opdrachten zakten helemaal weg in de tweede helft van 2015.”

Foto: Hans Prinsen

Stallenbouw

De bouwsector levert een wisselend beeld. Ron Groot van Aannemingsbedrijf De Jong Ursem uit Ursem (N.-H.): “Twee jaar geleden was onze opdrachtenportefeuille voor 70% gevuld door agrarische projecten, nu is dat zo’n 50%.” In 2014 werd enorm veel gebouwd, vooruitlopend op de afschaffing van het quotum, vertelt hij. De opdrachten zakten helemaal weg in de tweede helft van 2015. Na de kerst trok het weer aan. “Maar zoveel als in 2014 zie ik niet snel meer terugkomen.”

Anderen in de bouwbranche voelen de malaise amper. Huisman Gemert bijvoorbeeld, actief in de bouw van schuren en opslagruimtes, merkt eigenlijk niets van enige vorm van crisis. Nico Rietdijk, directeur NVB (Vereniging voor ontwikkelaars & bouwondernemers) heeft evenmin signalen dat het minder gaat in de agrarische bouw. “De veehouderij zit in een hectische fase, dat betekent veel veranderingen. Dat levert vaak andere eisen op en dat is gunstig voor bouwers. Juist als het minder gaat in een sector kan dat bij bouwers opdrachten opleveren.”

‘Ronduit slecht’

Hendrik Arends, sectormanager Agrifirm, noemt de sfeer in de melkveehouderij ‘ronduit slecht’, maar relativeert direct. “De voerprijs is laag dus dat is een meevaller in lastige tijden.” Hij merkt dat boeren kritischer zijn. Als ze niet tevreden zijn, wisselen ze sneller dan voorheen van product of leverancier.

Voerbedrijven zijn altijd erg terughoudend als het gaat om de vraag of ze late betalingen accepteren. Agrifirm is geen bank, benadrukt Arends. Toch geeft hij toe dat dit bij Agrifirm nu wel voorkomt. Niet als regel, en niet bij honderden bedrijven, maar het gebeurt. Hij benadrukt dat voer op de pof geen oplossing kan zijn. Zijn advies aan de boeren: melk je door de crisis heen. “Door zoveel mogelijk melk per koe te produceren, kun je in elk geval een deel van de vaste kosten dekken.”

‘Wij merkten dat als eerste doordat individuele bedrijven toch later gaan betalen.’

Verschillen tussen varkens en rundvee

Commercieel directeur van AgruniekRijnvallei ­Johan Schuttert ziet grote verschillen tussen rundvee- en varkenshouderij. De eerste komt vanuit een stabiele situatie en is overgeleverd aan de grillen van de markt. “Wij merkten dat als eerste doordat individuele bedrijven toch later gaan betalen. Dat was vorig jaar nog in een soort taboesfeer. “Het komt wel goed”, was veelal de opmerking van de klant. Nu weten ook melkveehouders dat het niet vanzelf goed komt.” Volgens Schuttert is de betalingsmoraal wel goed. De crisis in de varkenshouderij is veel chronischer van aard, aldus de directeur.

Uitzendwerk

Dienstverleners merken dat boeren de hand op de knip houden. John Hanse van AB Midden Nederland in Houten: “Boeren willen allemaal jonge en liefst bbl-leerlingen, omdat daar subsidie op zit. De kritische grens bij ons is € 20, daarboven is het moeilijk mensen aan het werk te krijgen. Boeren zeggen dat ze het geld er niet voor hebben. Het is na het inzakken van de melkprijs erger geworden. Ook in de varkenshouderij is het al tijden lastig. Dat moet ook goedkoper, anders lukt het niet.’

Boeren trappen op de rem, is Hanse’s ervaring. “Het komt door de onzekerheid in de sector, de angst voor de generieke kortingen, fosfaatrechten.” In de agrarische bedrijfsverzorging neemt het werk daardoor af. Gelukkig voor zijn bedrijf is er in andere sectoren juist groeiende vraag, denk aan bouw en transport. Jack Hogervorst, manager Agri bij AB Vakwerk, beaamt dat beeld en ziet nog geen teken van herstel. Volgens hem heeft de sector naast betere prijzen vooral behoefte aan duidelijkheid.

Saldo’s al maanden fors onder langjarig gemiddelde

Saldi van melkvee- en varkensbedrijven liggen al maanden onder het gemiddelde van de afgelopen tien jaar.
Het saldo van zeugenbedrijven is al sinds september 2014 lager dan gemiddeld en een tijdlang was het minder dan de helft van het gemiddelde. In het eerste kwartaal van 2016 is het totale saldo op het standaardzeugenbedrijf (600 zeugen) weliswaar € 18.000 hoger dan in de eerste drie maanden van 2015, maar altijd nog een kwart lager dan gemiddeld.
Vleesvarkensbedrijven
Sinds april 2015 is ook het saldo op vleesvarkensbedrijven lager dan het langjarig gemiddelde. Begin dit jaar daalde het saldo weer duidelijk ten opzichte van voorgaande jaren. Volgens het LEI is het saldo in het eerste kwartaal bijna gehalveerd en ligt het ver onder het niveau dat nodig is om een positief inkomen te behalen. Het kwartaalsaldo van een bedrijf met 1.800 vleesvarkens is met € 14.000 een kwart lager dan het langjarig gemiddelde.
Melkveehouderij
In de melkveehouderij is het saldo in het eerste kwartaal van 2016 15 procent lager dan in 2015, voor een standaardbedrijf (97 koeien, 791.200 kilo melk per jaar). Het saldo in het eerste kwartaal ligt 23 procent onder het langjarig gemiddelde. In de periode april 2015 tot en met maart 2016 is het totale saldo ruim € 33.000 lager dan het langjarig gemiddelde.
Cijfers over de afgelopen twee maanden zijn er nog niet, maar de verder gedaalde melkprijs belooft weinig goeds. De prijzen zijn niet historisch laag, blijkt uit de grafiek. De biggenprijs, de sterkst fluctuerende van de getoonde drie prijzen, toont herstel. De laatste weken klimt ook de varkensprijs op, maar dat is nog niet terug te vinden in de LEI-cijfers.

Meer aanloop bij sociale hulpverleners

Het woord ‘crisis’ nemen ze liever niet in de mond, maar bij de sociale hulpverlening aan agrariërs is het wel drukker dan andere jaren.
Willem Leys, sociaal werker bij ZLTO, ziet veel bedrijven met geldkrapte en merkt vooral dat gebrek aan uitzicht op betere tijden de stemming drukt. Leys ziet een duidelijke toename in het aantal vragen om hulp. “Vorig jaar hadden mijn collega en ik zo’n 165 adressen die we bezochten en waar we regelmatig contact mee hadden. Dit jaar zitten we eind mei al op 90. En mensen komen pas bij ons als het echt niet goed gaat.” Hij voorziet nog geen eind aan de toestroom.
Leys adviseert mensen met problemen om zich vooral niet terug te trekken. “We zien regelmatig dat bedrijven die onder bijzonder beheer van de bank komen alle lidmaatschappen opzeggen om de financiën op orde te krijgen. Ze raken geïsoleerd, dat maakt het moeilijker.”
“De moeizame periode is wel erg lang en er is geen verbetering in zicht”, zegt Dik Veefkind van Agrocoach uit Heerhugowaard. Toch spreekt hij liever van ‘uitdagende omstandigheden’ dan van een crisis. De situatie heeft alles te maken met de veranderende omstandigheden waarin boeren moeten werken, zoals de weggevallen marktbescherming, stelt hij. “Het echte ondernemerschap komt nu bovendrijven, dat heb ik de afgelopen jaren toch wel gemist. Veel veehouders schrikken wakker in de realiteit van 2016.”

Acht lidstaten waaronder Nederland hebben het geld nog steeds niet geïnd.

Nieuw steunpakket in de maak

De Europese landbouwministers komen volgende maand mogelijk met aanvullende maatregelen om de nood in de melkveehouderij en de zuivel te verlichten. De crisis in de Europese veehouderij staat in juni prominent op de agenda van de laatste vergadering die wordt voorgezeten door staatssecretaris Martijn van Dam.
In de marge van de informele landbouwraad is afgelopen week gesproken over mogelijke maatregelen. De nood is niet zo hoog als een half jaar geleden, toen de informele raad geheel werd doorkruist door de crisis. Dat mondde uit in een steunpakket van € 420 miljoen, die lidstaten naar eigen inzicht kunnen besteden. Acht lidstaten waaronder Nederland hebben het geld nog steeds niet geïnd.
Landbouwcommissaris Phil Hogan ziet lichtpuntjes in de varkensvleesmarkt. “Misschien zijn we op de weg terug”, zei hij. De mogelijkheid om afspraken te maken over productiebeperking, hebben nog weinig weerklank gekregen. Tijdens de landbouwraad in juni wordt gekeken naar het effect van de 23 maatregelen die zijn getroffen voor de zuivel.

Aan dit artikel werkten ook mee: Eric Beukema, Jan Braakman, Jan Cees Bron en, Esther de Snoo.

Een overzicht van alle melkprijzen vind je op boerderij.nl/markt.

Beheer
WP Admin