<em>Foto: ANP</em> AlgemeenAchtergrond

Koolen mag stal in Bronckhorst nog steeds niet bouwen

Internetmiljonair Kees Koolen mag voorlopig niet beginnen met de bouw van een stal in Wichmond (Gld.). De voorzieningenrechter van de Raad van State (RvS) is het deels eens met de zienswijze van Rechtbank Gelderland.

De rechtbank oordeelde in december 2015 dat de te realiseren stal volgens de planvoorschriften van de gemeente Bronckhorst niet valt onder de categorie ‘niet-intensieve veehouderij’. Alleen voor niet-intensieve veehouderijen is het mogelijk binnen het extensiveringsgebied, waar de stal zou moeten komen, een bouwwerk te realiseren. Koolen wil de stal bouwen voor 72 stuks vrouwelijk jongvee en 20 fokstieren. De gemeente Bronckhorst had de vergunning daartoe verleend.

Zowel de gemeente als Dutch Dairy Genetics (DDG), het bedrijf van Koolen, evenals enkele omwonenden zijn in beroep gegaan tegen de uitspraak van de rechtbank bij de Raad van State. Om niet te hoeven wachten op de uiteindelijke bodemprocedure is aan de voorzieningenrechter van de RvS gevraagd een voorlopige voorziening te treffen.

Rechter: het gaat niet om een melkveestal

De voorzieningenrechter is het voor een deel eens met de gemeente en DDG. De rechtbank heeft ten onrechte geconcludeerd dat uit de definitie ‘intensieve veehouderij’ in het bestemmingsplan volgt dat alleen biologisch houden van melkvee geen intensieve veehouderij is. Ook het niet-biologisch houden van melkvee is volgens de voorzieningenrechter binnen de bestaande regels mogelijk. Toch is de rechter van mening dat het hier niet gaat om een melkveestal. In de stal wordt geen melkvee gehouden, dus kan het vrouwelijk jongvee dat er wel staat niet beschouwd worden als ‘bij melkvee behorend jongvee’. Die stelling wordt volgens de rechter verder onderbouwd door het feit dat er in de stal geen installaties voor melkproductie aanwezig zijn en er dus ook geen melkgevend vee gehouden kan worden.

Stal is veeleer productielocatie voor embryo’s

De voorzieningenrechter is van oordeel dat de stal eerder gezien moet worden als een locatie ten behoeve van een veehouderij voor de productie van embryo’s. DDG had in zijn verweer aangegeven dat die productie inderdaad de bedoeling is, maar dat dat niet wil zeggen dat er geen melkvee kan worden gehouden in die stal. Met dat laatste is de rechter het dus niet eens. De stal past daarom niet binnen de eisen van het bestemmingsplan. Er komt dus geen voorlopige voorziening. Koolen en de gemeente Bronckhorst moeten wachten op de bodemprocedure bij de Raad van State of de stal wel of niet gebouwd mag worden.

Lees alle berichten over het geplande melkveebedrijf van Kees Koolen

Beheer
WP Admin