Mest lossen in een silo. Foto: Mark Pasveer AlgemeenAchtergrond

Akkerbouw verdient €227 miljoen met mest in 2015

De totale mestafzetkosten in 2015 voor de veehouderij zijn €386 miljoen. Akkerbouwers ontvingen vorig jaar €227 miljoen, niet eerder kregen zij zo veel geld voor de mest die zij ontvingen.

De afzet van dierlijke mest is nog nooit zo duur geweest. De hoge mestprijzen splijten de landbouw; de situatie is bijzonder pijnlijk voor veehouders, maar zeer gunstig voor akkerbouwers. Niet eerder kregen zij zo veel geld voor de mest die zij ontvangen. Dat blijkt uit navraag bij akkerbouwers en mestintermediairs. Akkerbouwers krijgen van de mesthandel gemiddeld €11 tot €15 per kuub als zij varkensdrijfmest laten uitrijden op hun land, afhankelijk van eventuele transportkosten. Het ontvangsttarief voor rundveedrijfmest ligt iets lager: € 10 tot € 12 per kuub. Dit is inclusief opslagvergoeding.

Akkerbouwers kregen basisbemesting bijna voor niets

Vorig jaar waren de ontvangstbijdragen lager. Toen ontvingen akkerbouwers circa  €8 per kuub. Kosten voor mestopslag zijn €3 tot €4 per kuub, kosten voor het uitrijden van mest €3 per kuub. Dat betekent dat akkerbouwers in 2015 vrijwel gratis voorzien werden in hun basisbemesting.

Veehouders daarentegen betalen veel om de mest afgevoerd te krijgen. Varkenshouders zijn €21 tot €25 per kuub kwijt. Rundveehouders betalen tussen €18 en €25 per kuub.

De hogere afzetkosten per ton mest die veehouders betalen, komen direct ten goede van de akkerbouwers, blijkt uit berekeningen van het LEI. Transporteurs rekenen circa €4 voor een korte rijafstand en zo’n €10 voor een lange afstand (gemiddeld 100 kilometer). Betaalt een veehouder een ophaalbijdrage van bijvoorbeeld € 18 per ton, dan ontvangt een akkerbouwer in 2015 in of nabij overschotgebieden €14 per ton varkensdrijfmest. Een akkerbouwer die meer afgelegen zit, ontvangt ongeveer € 8 per ton varkensdrijfmest.

Mestprijzen lopen op sinds 2012

De mestprijzen nemen toe sinds 2012. Sinds dat jaar is de productie van rundveemest toegenomen. Tegelijk zijn de gebruiksnormen aangescherpt, waardoor de afzetruimte afnam (-10 kilo fosfaat per hectare voor bouwland in categorie Neutraal). Volgens het LEI zijn de ophaalbijdragen voor varkens- en rundveemest met circa €3 per per kuub gestegen. Voor pluimveemest was de prijsstijging groter, namelijk €6 per kuub ten opzichte van 2012.

De totale mestafzetkosten voor de veehouderij in 2015 liggen flink hoger: €386 miljoen. Dat is een toename van € 109 miljoen in 2 jaar tijd. De totale rundveehouderij inclusief geitenhouderij betaalde in 2015 €176 miljoen voor de mestafvoer, €68 miljoen meer dan in 2013. De varkenshouderij betaalde in 2015 €185 miljoen aan mestafzetkosten, €31 miljoen meer dan in 2013. De pluimveehouderij was €25 miljoen kwijt om de mest af te voeren in 2015. Dat is €10 miljoen meer dan in 2013.

Komt mestverwerking van de grond, dan zullen de mestprijzen zakken, omdat minder mest op de reguliere markt komt. Het LEI voorspelt een prijsdaling van enkele euro’s, tot het niveau van 2013.

Niet meer mest aanwenden

Dierlijke mest wordt door akkerbouwers gebruikt als basisbemesting. Zij vullen dit aan met kunstmest. De hoge ontvangstbijdragen voor akkerbouwers ­betekenen niet dat zij meer mest willen aanwenden. Akkerbouwers hebben een nauwkeurig afgestemd bemestingsplan en voeren dat uit, ongeacht hoeveel ze uitbetaald krijgen voor dierlijke mest. Daarbij zijn ze ook met handen en voeten ­gebonden aan de stringente bemestingsnormen. Andersom geldt ook. Zakken de mestprijzen en moeten akkerbouwers betalen, dan gebeurt dat ook. Zij hebben immers mest nodig. Opbrengstderving door een wijziging in het mestplan doet meer pijn in de portemonnee.

De totale nettojaarkosten voor de landbouw bedragen in 2013 €101 miljoen. In 2015 is dit circa € 159 miljoen, een toename van 60%. De kosten voor de veehouderij zijn in totaal €386 miljoen. De baten voor de akkerbouwers (inclusief extensieve veehouderij en opengrondstuinbouw) zijn €227 miljoen. De aanscherping van het mestbeleid (gebruiksnormen) in 2015 ten opzichte van 2013 kost de landbouw €5 miljoen.


Accountantskantoor Flynth zette voor Boerderij de ontvangstbijdragen van vijf anonieme akkerbouwers in de Veenkoloniën op een rij. Uit de cijfers blijkt dat de mestbaten van de vijf bedrijven sterk fluctueren. Gemiddeld genomen zijn akkerbouwers €0 kwijt aan dierlijke mest. Opvallend is de concurrentie van slib als meststof ten opzichte van dierlijke mest. Avebe betaalde in 2015 opvallend veel om de plaatsingsruimte van de betreffende akkerbouwer te gebruiken om het slib op af te zetten.

Lees ook: Akkerbouwer casht met mest
Boerderij nodigt u uit voor het Nationaal Mestcongres op dinsdag 8 maart 2016. Bent u er ook bij?

Beheer
WP Admin