Foto: ANP AlgemeenAchtergrond

Genoeg en goed eten vormen de basis voor stabiele maatschappij

Gezondheid, klimaat en voedselzekerheid worden vaste peilers in het voedselbeleid. Met een nationale voedseltop wil het kabinet in januari de agenda zetten voor 2017 en volgende jaren.

De land- en tuinbouw staan in meerdere opzichten aan de basis van de maatschappij. Boeren en tuinders zijn primaire producenten van wat de samenleving in leven houdt: eten. Zonder voedsel is elke maatschappij gedoemd ineen te storten.

In verschillende beleidsstukken en nota’s is die kernwaarheid de afgelopen jaren benadrukt. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) presenteerde in 2015 de nota Naar Een Voedselbeleid.

Verschillende perspectieven

De WRR koos een perspectief vanuit de consument. Het CDA presenteerde ongeveer tegelijkertijd de nota Een Eerlijke Boterham (PDF, 248 kB), die meer vanuit het standpunt van de boeren en tuinders (en vissers) was geschreven.

Vorig najaar voegde de Task Force Agricultural Markets onder leiding van Cees Veerman daar nog een rapport aan toe (PDF, 1,86 MB).

De nota van het CDA, het rapport-Veerman en het WRR-rapport vormen stuk voor stuk elementen van de discussie over de toekomst van het landbouw- en voedselbeleid, die in de komende jaren in de aanloop naar het nieuwe gemeenschappelijk landbouwbeleid wordt gevoerd.

Nationale Voedseltop

In de loop van januari houdt het kabinet een Nationale Voedseltop waar bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties (waaronder LTO Nederland) en overheid de voedselagenda voor de komende jaren willen vastleggen. Dat het kabinet belang hecht aan de top, blijkt uit de betrokkenheid van vier bewindslieden: staatssecretaris Martijn van Dam (Economische Zaken), staatssecretaris Sharon Dijksma (Infrastructuur en Milieu), minister Lilianne Ploumen (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) en minister Edith Schippers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport).

Over een jaar of vijf moet Nederland de koploper zijn in gezonde en duurzame voeding. Daar hoort een land- en tuinbouw bij die innovatief is en die efficiënt en duurzaam produceert met zo min mogelijk gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en antibiotica. “Met de kennis en technologie die daarvoor nodig is, kan Nederland bovendien zijn exportpositie verder versterken”, schreef staatssecretaris Martijn van Dam eind vorig jaar bij de aankondiging van de Nationale Voedseltop.

€20 miljoen voor innovaties

Van Dam heeft €20 miljoen uitgetrokken om veelbelovende innovaties van bedrijven en maatschappelijke organisaties te ondersteunen. Dat geld is niet per se bestemd voor de primaire producent, al zijn ze er ook niet van uitgesloten.

Nederland moet zijn eigen bijdrage leveren aan de wereldwijde problemen: het voeden van steeds meer monden en tegelijk de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen – aan beide opdrachten zal de land- en tuinbouw moeten bijdragen. De uitstoot van broeikasgassen zal in landbouw, transport en lichte industrie moeten verminderen met 36%. Dit jaar zal het Planbureau voor de Leefomgeving in samenwerking met Energie Centrum Nederland met een analyse komen over de inspanningen en kosten die (onder andere) de land- en tuinbouw daarvoor kunnen of moeten leveren.

Verbinding tussen boer en burger

De verbinding tussen boer en burger moet worden hersteld. Ook dat staat op de agenda van de Nationale Voedseltop. De uitdagingen op het gebied van klimaat, milieu, biodiversitet en dierenwelzijn kunnen worden omgezet in kansen voor de economische positie van de agrofoodsector, meent het kabinet. Hoe ambitieus die doelstelling is, zal dit jaar blijken.

Beheer
WP Admin