President Bush verhoogt subsidies met 61%

Vandaag is het precies 15 jaar geleden dat George W. Bush werd geïnaugureerd. Op 20 januari 2001 werd hij de 42ste president van de VS.

Het was lang een nek-aan-nekrace met tegenkandidaat Al Gore. Die erkende uiteindelijk zijn verlies.

In de verkiezingscampagne van Bush had de landbouwpolitiek amper aandacht gehad. Bush haalde in zijn speeches de sector ook nauwelijks aan. Maar dat weerhield Washington er niet van te speculeren over de agrarische koers die de nieuwe president zou gaan varen.

Een van de belangrijkste besluiten die hij moest nemen, betrof meteen de landbouwpolitiek. De uit 1996 daterende landbouwwet, de omstreden ‘Freedom to Farm’-wet, zou in 2002 namelijk aflopen. Bush werd geacht de discussie te leiden over een nieuwe wet. En hij moest proberen iets te doen aan de hardnekkige financiële problemen in de Amerikaanse landbouw.

Landbouworganisaties pessimistisch

De landbouworganisaties waren pessimistisch. Boeren zouden door Bush’ belastingplannen minder belasting hoeven te betalen. Echter, minder inkomen voor de regering zou het einde kunnen betekenen voor de overschotten op de begroting. Daardoor zou er minder geld beschikbaar zijn om de boeren subsidies te geven.

Ook werd vermoed dat de VS onder Bush minder soepel zouden zijn in de ruzie met de EU, over de invoer van Amerikaans vlees en de regelgeving voor transgene producten. Busch was bovendien fel tegenstander van de Kyoto-overeenkomst, over vermindering van de CO2-uitstoot.

Nieuwe landbouwwet

Het liep echter totaal anders dan verwacht. Een jaar na zijn aantreden stemde de kersverse president in met de grootste landbouwsubsidie die de VS ooit had gehad. De nieuwe landbouwwet hield in dat in de vijf jaar die zouden volgen, jaarlijks bijna 57 miljard euro extra naar Amerikaanse boeren zou gaan. Dat kwam overeen met een stijging van de Amerikaanse landbouwsubsidies van 61%.