AlgemeenAchtergrond

Vrije handel in fosfaatrechten nog discussiepunt

Montfoort – Er komen fosfaatrechten en die zijn vrij verhandelbaar. Dat is de gangbare uitleg van de brief waarmee staatssecretaris Dijksma 2 juli de melkveehouderij in rep en roer bracht. Maar een week later blijken er veel verschillende opvattingen te bestaan over wat die verhandelbaarheid in gaat houden.

Dat bleek tijdens een discussiebijeenkomst met deskundigen uit de sector in Montfoort, georganiseerd door de kamerfracties van VVD, CDA en SGP.

LTO gaat uit van vrije handel in rechten, vergelijkbaar aan vroeger het melkquotum, of nu de varkensrechten. Dat geeft ondernemers zelf beslissingsruimte. Vrije verhandelbaarheid is ook nodig omdat het dan mogelijk is een afroming bij handel toe te passen. De ingenomen rechten kunnen dienen om de nationale productie te drukken, of om knelgevallen te helpen. Volgens voorzitter Cees Romijn van LTO Melkveehouderij is het zelfs mogelijk om een lastige generieke korting hiermee te voorkomen – mits Nederland van Brussel genoeg tijd krijgt.

Ook de NMV is voor vrije verhandelbaarheid, maar gaat nog een stapje verder. De melkveehoudersvakbond wil dat de schotten tussen de sectoren verdwijnen, en dat voor elke diercategorie gelijksoortige fosfaatrechten gelden, die onderling uitwisselbaar zijn. Dit alles onder het motto; ‘fosfaat is fosfaat’. De NMV erkent ook het sectorplafond niet.

Tegenstanders

Maar er zijn veel tegenstanders van vrije handel in fosfaatrechten. Niet alleen de de milieubeweging, vertegenwoordigd door Sijas Akkerman van Natuur en Milieu. Ook Frits van der Schans van denktank CLM ziet grote nadelen. Het geld stroomt de sector uit, naar de stoppers. Net als bij het melkquotum. Ook krijgt een verhandelbaar rechtensysteem een eigen dynamiek, verwacht hij: je komt er niet meer van af. Het geld dat erin wordt geïnvesteerd, wordt in de toekomst een extra reden om de rechten niét meer af te schaffen. Het CLM pleit voor een gereguleerde overdracht van rechten via een fosfaatbank.

Net als het CLM verwacht ook Lubbert van Dellen van accountantsbedrijf Accon dat verhandelbare rechten de kostprijs van melk verhogen. Hij ziet dat als een groot nadeel. Pieter Blokland van het LEI bevestigt dat, maar nuanceert het ook weer: het geld gaat altijd naar de productiefactor die het krapst is, is zijn analyse. Vroeger was dat quotum, de laatste tijd is dat steeds meer de grond geworden. ‘De geldstroom uit de sector is met fosfaatrechten niet anders dan zonder’, stelt hij dan ook vast. Om die reden zou het rechtensysteem wel een rem op verdere stijging van de grondprijs kunnen zijn. De financiële wereld hoopt daar een beetje op.

Van Dellen is geen principiële tegenstander van vrije handel maar ziet wel iets in een gefaseerde invoering daarvan. Vooral de startperiode is cruciaal. Eerst moet duidelijk worden hoeveel rechten uitgedeeld worden, inclusief de nog te benoemen knelgevallen. Als dat allemaal gesetteld is – mogelijk via een uitruil met de varkenshouderij volgens het recept van Johnny Hogenkamp – is de druk van de ketel. Van Dellen verwacht dat er dan zo weinig druk op de fosfaatrechtenmarkt zal zijn dat het een prijsexplosie uitblijft.

Geen wettelijke basis

Een wettelijke basis voor handel in fosfaatrechten is er nog niet, er is tot nu toe alleen een brief van de staatssecretaris. De in Montfoort aanwezige politici hielden hun mening nog voor zich. Pas in september buigt de Tweede Kamer zich over de brief van Dijksma. Intussen moet de regiegroep die lastige details moet uitwerken, nog aan de slag. Kortom, wie nu al aan het onderhandelen is met de buurman, doet er goed aan de nodige ontbindende voorwaarden op te nemen.

Beheer
WP Admin