AlgemeenAchtergrond

Vooral meer Rabo-geld naar buitenlandse boeren

Voor Nederlandse boeren en tuinders lijkt de Rabobank steeds verder weg. Het uitstaand krediet in Nederland krimpt, terwijl het elders groeit. Deze trend zegt iets over de financiële positie van Nederlandse agrariërs, maar ook veel over de marges die Rabobank elders kan maken.

Economie is in essentie het omgaan met schaarste. Rabobank is er trots op te kiezen voor wat ze de food & agri-sector noemt. Zo trots dat op de voorpagina het Jaarbericht 2014 een boer of loonwerker in blauwe overall naar de camera mag lachen. Topman Wiebe Draijer en financieel geweten Bert Bruggink wezen tijdens de persconferentie meermalen op het belang van de sector voor de bank, en voor het oplossen van de grote vraagstukken van onze tijd. Rabobank heeft echter wel steeds minder krediet uitstaan bij Nederlandse boeren en tuinders.

De bank communiceert cijfers over het agrarisch MKB, dus inclusief loonwerkers en de minder grote verwerkers en toeleveranciers. De grootste groep is de agrariërs zelf en daar bevindt zich het meeste geld. In 2010 rapporteerde Rabobank een uitstaand krediet van 29,2 miljard voor deze categorie bedrijven. Het bedrag daalde vervolgens naar 29,1 miljard en bleef daar tot vorig jaar steken. In 2014 kromp het bedrag naar 28,4 miljard.

Nu veranderen definities van klantgroepen wel eens, maar duidelijk is dat de groei eruit is. Het marktaandeel ligt volgens Rabobank nog altijd op zo’n 85 procent. Dat laatste gegeven suggereert dat de hele agrarische kredietmarkt in Nederland wel is uitgegroeid. Banken zelf houden vol dat een terugvallende vraag naar krediet de oorzaak is. Het is duidelijk dat de vraag naar krediet vanuit de varkenshouderij en de noodlijdende glastuinbouw het meest is afgenomen.

Rabobank heeft meermalen aangegeven wellicht wat te veel en te makkelijk geld te hebben uitgeleend aan deze sterk kapitaalsintensieve sectoren. In 2014 kan de krimp deels worden verklaard door wat afkoeling van de vraag in de melkveehouderij. De melkprijs is ver verwijderd van zijn historische top en al in 2013 zijn veel investeringen vooruitlopend op de afschaffing van het melkquotum gedaan.

Rabobank legt ook steeds meer de nadruk op het buitenland. Bij de primaire agrarische sector stond eind 2014 in het buitenland voor het eerst iets meer uit dan in Nederland zelf. Ook staat nu meer geld uit bij grootzakelijke bedrijven. Het beeld moet genuanceerd: omdat de dollar aan waarde toenam ten opzichte van de euro, was uitstaand kapitaal in onder meer de VS opeens in euro’s meer waard. De verschuiving naar het buitenland betreft echter wel een meerjarige trend.

De marges op leningen zijn in het buitenland aantrekkelijk. In Nederland liggen rentes historisch laag. In Nederland staat de agrarische sector bovendien onder druk door ruimtegebrek. Er is bijna geen boer die niet wordt beperkt door natuurbestemming of bestaande zo niet uitdijende plaatsen. Dat is anders in de VS, Australië, Nieuw-Zeeland en Brazilië – waar Rabobank snel groeit. De bank dankt haar groei voor een groot deel door in Nederland opgebouwde expertise. Het is te hopen dat ze dit niet vergeet.

Beheer
WP Admin