Ruud Huirne. Foto: Herbert Wiggerman AlgemeenAchtergrond

Rabobank pakt voorzichtig de regie op

Rabobank speelt een centrale rol bij de herstructurering van de glastuinbouw en varkenshouderij, en zet in op verduurzaming van de melkveehouderij. Een koerswijziging, geeft directeur Ruud Huirne toe.

Ruud Huirne, directeur Food & Agri van de Rabobank, is een van de machtigste personen in de Nederlandse land- en tuinbouw. Hij neemt de 2e positie in de AgriTop 50 in. Rabobank heeft circa €30 miljard uitstaan bij kleine en middelgrote ondernemers in de sector.

Deze positie maakt de coöperatieve bank kwetsbaar. Rabobank moest door een crisis in de glasgroenteteelt en de varkenshouderij flinke verliezen slikken, en door een investeringshausse en lage prijzen is zelfs de melkveehouderij in de ogen van sommigen te zwaar gefinancierd.

Rabobank wilde in het verleden nadrukkelijk geen sectorregisseur zijn. In de glastuinbouw en varkenshouderij lijkt dat alvast te zijn veranderd.

“Ja, maar nog altijd is het uitgangspunt dat ondernemers ondernemen. Rabobank bemoeit zich meer met herstructurering van de glastuinbouw en varkenshouderij in de zin dat we nadrukkelijk meepraten en eventuele ideeën aandragen. Maar uiteindelijk moeten boeren en tuinders zelf oplossingen voor hun problemen bedenken en doorvoeren. Als het goede plannen zijn, krijgen ze onze steun.”

Beweeg de muis over de iconen voor meer informatie


Ruud Huirne op bezoek bij Van Asten Group, de winnaar van de Herman Wijffels Innovatieprijs. Foto: Jan Willem Schouten

Waarom is de bemoeienis toegenomen?

“Omdat het met de varkenshouderij en glasgroentesector al een tijd niet goed gaat. In 2014 zat 60% van de glastuinders in financieel zwaar weer, wat overigens niet betekent dat eenzelfde percentage in bijzonder beheer van de bank zit. In de varkenshouderij is het percentage lager maar nog steeds substantieel. Er moet echt wat veranderen. Als de varkenshouders of glastuinders meerdere jaren zelf niet in staat blijken het rendement te verbeteren, echt een beter verdienmodel te bouwen, dan moeten overheid en Rabobank de sector aanjagen.”

Normaliter is dat toch de rol van een grote coöperatie die tussen de primaire sector en afnemer in staat.

“Normaal gesproken wel en in de melkveehouderij zien we dat grote partijen inderdaad hun leden meenemen. Maar in de glasgroentesector noch de varkenshouderij is een sterke, gezaghebbende partij aanwezig. Ik ben met je eens dat het belangrijk is dat in beide sectoren de bedrijven die uiteindelijk zaken doen met de supermarkten een belangrijke schakel zouden moeten zijn in het versterken van de hele keten. Uiteindelijk is een sterke keten in het belang van alle tussenliggende schakels.”

Gaat nu echt wat veranderen? De analyses van McKinsey over de glasgroentesector en het rapport van Uri Rosenthal over de varkenshouderij bevatten toch weinig nieuwe inzichten.

“Het is me opgevallen dat jullie het oude wijn in nieuwe zakken vinden. Deels is dat ook zo. Maar het proces waar we nu in zijn gegaan, geeft wel gezag aan de analyse en maakt dus dat deze door veel meer agrariërs gedragen wordt. Het helpt de noodzaak tot verandering op korte termijn goed naar voren te brengen. Daarnaast is het nooit verkeerd een buitenstaander eens grondig naar je sector te laten kijken.”

En wat als de noodzakelijke verandering er niet komt?

“Dan gaat Rabobank alle klantdossiers individueel beoordelen, zoals nu ook al gebeurt. In de praktijk pakt het dan uit als een koude 
sanering want sommige bedrijven zijn niet toekomstbestendig en zullen dus ook geen nieuw krediet krijgen. Ik denk dat iedereen weet dat het zo werkt. Maar Rabobank wil liever geen koude sanering. We hebben 5.000 varkenshouders in ons klantenbestand en we zien liever toekomst voor een hele grote groep dan voor een kleine. Je hebt ook kritische massa nodig om een sterk, onderscheidend verdienmodel in de benen te zetten en houden, zeker gezien de grote internationale concurrentie.”

Foto: Henk Riswick

Foto: Henk Riswick

Kan de overheid boeren en tuinders helpen?

“De overheid kan helpen met het openbreken van exportmarkten en het verlagen van keuringskosten voor de sector. Maar de grote dossiers liggen vooral bij de boeren en tuinders zelf. Niet alleen het verdienmodel. Neem mestverwerking. Mestafzetkosten zetten Nederlandse boeren op achterstand. Als we praten over mestverwerking is vergunningverlening misschien een probleem, maar Rabobank is heel vaak bij dat soort projecten betrokken en ik zie ook heel vaak dat varkenshouders zich niet willen committeren aan langdurige leveringsafspraken. Dan is zo’n project al heel snel niet meer rond te rekenen.”

Jullie maakten dit jaar ook bekend duurzaamheid, zeg maar goed gedrag, in de melkveehouderij te belonen met meer krediet en gunstigere kredietvoorwaarden. Maakt Rabobank zich dan ook zorgen over het toekomstperspectief van deze sector?

“Nee. Hier gaat het meer om het bewaken van een bepaalde positie. De huidige melkprijs is laag en brengt enkele bedrijven in de problemen, maar de prijs trekt volgend jaar alweer aan. De melkveehouderij heeft hele sterke buffers; gemiddeld een solvabiliteit van rond 70 procent. Gemiddeld heeft een bedrijf €2 miljoen aan grond. Stel een bedrijf had vorig jaar 1 miljoen liter melkquotum. Dat betekent dat als je 5 cent onder de kostprijs boert, je €50.000 verlies maakt in een jaar. Leuk is anders, maar dat kunnen de bedrijven echt wel hebben.”

Een heel ander onderwerp dan. Gaat de bank in de toekomst een minder belangrijke rol spelen in de financiering van bedrijven? Ik denk bijvoorbeeld aan de steeds ruimere buffers die toezichthouders van banken eisen.

“Die extra strenge eisen hebben een invloed op de bank als geheel, maar ik heb nog nooit meegemaakt dat Rabobank een goed financieringsvoorstel in de land- en tuinbouw heeft afgekeurd vanwege ‘Bazel III’, en dat gaat ook niet gebeuren. Rabobank hecht groot belang aan Food & Agri. Het is een sector waar we sterk in staan en met uitstekende toekomstperspectieven. Maar het is wel zo dat Rabobank een kleiner deel van de totale investeringen zal leveren.”

Waarom dan?

“Omdat het risicoprofiel in de land- en tuinbouw is veranderd. Markten zijn vrijer geworden en de prijs wordt daarom steeds meer door de wereldmarkt bepaald. Prijzen zijn daardoor volatieler geworden en bedrijven hebben meer buffers nodig. Bij een meer volatiele risicovolle bedrijfsvoering past een andere financiering en andere financiers.”

Foto: ANP

Foto: ANP

Rabobank is bezig met een grote verbouwing. De lokale banken gaan op in één coöperatie en Rabobank lijkt opnieuw veel mensen te gaan ontslaan om de winstgevendheid in lijn te krijgen met concurrenten. Gaan boeren en tuinders hier volgend jaar wat van merken?

“Jazeker, in positieve zin. Rabobank wil met de nieuwe strategie de dienstverlening, het belang van de klant, juist meer centraal zetten. De oude Rabobank komt niet meer terug. In deze tijd kun je geen financieringen meer beklinken door alleen een goede band met een bankdirecteur en natuurlijk gaan we veel meer dingen online regelen. Maar Rabobank blijft ook in de toekomst volop in de regio actief en bijdragen aan een sterke food & agrisector blijft een kerntaak.”

Beheer
WP Admin