Het aantal bedrijven met veel vreemd vermogen neemt toe. Ondernemers accepteren daarmee grote risico’s.
In de pers duiken berichten op over armoede onder boeren. De armoede zou toenemen, en boeren zouden zich massaal bij de Voedselbank melden. Als je de berichten wat beter bekijkt, dan valt het nogal mee. Een rondgang van Boerderij Vandaag leverde één concreet geval op. Over toename van de armoede onder boeren kon ik geen aanwijzingen vinden. Wel kwam het LEI in het jaarlijkse rapport over de actuele ontwikkeling van het agrarische inkomen met zorgelijke cijfers. De zorgen gaan vooral over de liquiditeitspositie, en over het aandeel vreemd vermogen bij bedrijven. Er zijn twee sectoren die er negatief uitspringen: de melkvee- en varkenshouderij. Bij de varkensbedrijven staat bij twee derde het verkeerslicht op oranje of rood, bij de melkveebedrijven is dat bij 40 procent het geval.
De oorzaken zijn echter heel verschillend. Bij varkens is het de combinatie van lage prijzen en hoge voerprijzen, bij melkvee spelen de grote investeringen een belangrijke rol. Een deel van de melkveehouders heeft de afgelopen jaren fors geïnvesteerd. Dat heeft geleid tot veel hogere schulden, en tot veel hogere financieringskosten per liter melk. In een periode van tien jaar zijn de langlopende leningen per kilo melk bijna drie keer zo hoog geworden. Bij de grote bedrijven ligt het aandeel eigen vermogen gemiddeld nog maar net boven 60 procent. En dat alles terwijl er met de melkprijs weinig aan de hand was.
Waar de problemen van de varkenshouders een beetje buiten hun eigen bereik liggen, zijn sommige melkveehouders op eigen kracht de problemen aan het opzoeken. Natuurlijk zijn er ook kleinere bedrijven, met weinig investeringen, die nauwelijks iets verdienen. Dat is van alle tijden. Vaak zijn dat bedrijven die ooit met niets begonnen zijn, die zich hectare na hectare naar boven hebben gewerkt, maar toch nooit de echte sprong hebben kunnen maken. De problemen lijken zich echter te gaan concentreren bij een andere groep, bij de bedrijven die de afgelopen jaren veel geïnvesteerd hebben om snel te kunnen groeien. Ik snap dat melkveehouders die na het einde van de quotering door willen, aan het investeren geslagen zijn. Ik snap echter niet dat een deel van hen grote risico’s neemt. En de bank die de groei financiert begrijp ik nog minder. Ook al wordt een redelijke melkprijs verwacht, de kans dat er ook magere jaren gaan komen is groot.
Het LEI laat zien dat bijna 10 procent van de melkveebedrijven met de laagste inkomens een jaar eerder nog in de hoogste inkomensgroep zat. Bij bedrijven die met veel vreemd vermogen zijn gefinancierd, kan het snel gaan. Als het fout loopt met zo’n zwaar gefinancierd bedrijf, dan helpt naar de Voedselbank gaan niet meer. Dan gaat het niet om tekorten van enkele euro’s, maar van tonnen.
Laatste reacties
Reageren? Login hier
Of registreer je om te kunnen reageren.