In aanloop naar de Tweede Kamer-verkiezingen geven kopstukken van politieke partijen hun visie op de landbouwpolitiek. Vrijdag 13 juli, deel 1 in de serie: Esther Ouwehand van de Partij voor de Dieren.
‘Hou vast aan je idealen, laat ze niet wegcijferen’ is de titel van het verkiezingsprogramma van de Partij voor de Dieren (PvdD). Dat idealisme is het bestaansrecht van de partij die sinds 2006 met twee leden is vertegenwoordigd in de Tweede Kamer. Volgens Kamerlid Esther Ouwehand, woordvoerder van de PvdD op veel grote landbouwdossiers, betekent het radicaal andere keuzes. zeker ook in de landbouwsector.
Wat zijn voor u belangrijke speerpunten richting verkiezingen en in de komende Kamerperiode?
“In de eerste plaats moet het besef van de waarde van voedsel terugkomen, dat is nu volledig verdwenen. In de tweede plaats de omvang van veestallen fors beperken. Dat moet terug naar gezinsbedrijven en daarvoor moet de trend van altijd maar groeien doorbroken worden. Een ander speerpunt is het mestbeleid, dat moet echt anders. Ik geloof er niets van dat met dit voorstel zonder krimp van de veestapel boeren en de natuur gediend zijn.”
De Partij voor de Dieren heeft veel standpunten die boeren direct treffen in hun inkomen of zelfs hun voortbestaan, bijvoorbeeld een krimp van de veestapel met 70 procent of alleen nog maar biologische landbouw. Waarom zouden boeren stemmen op de PvdD?
“Omdat de huidige ontwikkeling in de landbouw een doodlopende weg is. Eigenlijk zijn er maar twee partijen die zich actief bezig houden met de landbouw, het CDA en mijn partij. Het CDA heeft jarenlang de koers bepaald en kijk wat er van de landbouw geworden is. Steeds maar groeien en groeien tot de huidige megabedrijven, steeds meer investeren en lenen terwijl de problemen van de huidige intensieve landbouw al lang bekend zijn. Onder aanvoering van het CDA, met Ger Koopmans voorop, worden trucjes toegepast om oplossingen vooruit te schuiven.”
Trucjes?
“Neem het nieuwe mestbeleid dat inzet op mestverwerking. Het probleem is simpelweg dat er veel te veel dieren zijn en dan moet je dat aanpakken. Je krijgt nu juist een koude sanering van de varkenssector. Er kloppen zelfs varkensboeren bij ons aan die, net als wij, het systeem van dierrechten en het gezinsbedrijf willen behouden. Door het teveel aan dieren ontstaan ook de problemen met het voldoen aan natuurverplichtingen, dat wist je ook al aan het eind van de jaren ’80 van de vorige eeuw. Via beheerplannen in de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) die voor 6 jaar worden vastgesteld wordt nu uit alle macht geprobeerd om de effecten van mest op het milieu te beperken, maar wat is dat nou voor zekerheid. Het CDA heeft het helemaal verkeerd aangepakt, ook voor de boeren. Het is tijd voor wat anders.”
Is veel wat de PvdD wil niet onhaalbaar binnen de EU?
“Binnen de EU zijn er veel meer landen die zich inspannen voor dierenwelzijn en natuurbehoud, bijvoorbeeld Zweden. Wat ons betreft moet de Nederlandse inzet in de EU veel meer gericht worden op de omschakeling naar duurzame en diervriendelijke landbouw. Daarbij kan Nederland veel actiever optrekken met andere landen die hetzelfde willen. We willen de Europese landbouwsubsidies de komende jaren inzetten om die verandering te realiseren. Boeren moeten worden ondersteund in de omschakeling naar biologisch. En we moeten van de landbouw een sector maken die zijn geld verdiend in de markt. Dan kunnen de subsidies worden afgebouwd.”
Als in Nederland of EU bepaalde productiemethoden niet meer mogen dan produceert het buitenland er toch gewoon bij?
“Dat is nog maar de vraag. Ook in WTO-verband is het toegestaan om je eigen markten af te schermen als je eigen welzijnseisen hoger liggen. Er moet sowieso een totale omschakeling in denken komen over voedsel en de landbouw. Waarom moet Nederland zoveel exporteren. Het bewustzijn moet terug dat voedsel waardevol is. Weg van bulkproductie en naar een duurzame landbouw. In onze visie is dat minimaal biologische landbouw. Geen kunstmest, antibiotica en bestrijdingsmiddelen en dieren moeten in hun huisvesting natuurlijk gedrag kunnen vertonen.”
Wat zou u als eerste doen als u staatssecretaris van landbouw zou zijn?
“(Lachend) Mooie gedachte, maar ik denk dat ik meteen in de eerste week een streep haal door megastallen.”
Welk agrarisch bedrijf heeft u als laatste bezocht?
“Heel even nadenken, maar dat was ‘De Lepelaar’, een biologisch akker- en tuinbouwbedrijf enkele weken geleden. Overigens is dat voor een kleine fractie altijd lastig om overal bij te zijn. Begin dit jaar was ik ook op een pluimvee- en varkensbedrijf in Voorthuizen.”
Premier Rutte of premier Roemer?
“Mark Rutte begon ooit over een groen-rechtse agenda, maar daar is helemaal niets van gebleken. Dan toch maar liever Emile Roemer. Het liefst iemand die weet wat speelt in de land- en tuinbouw en die de sector uit de impasse kan trekken.”
In hoeverre speelt de economie een rol in jullie standpunten? De land- en tuinbouw is immers een sector die een forse positieve bijdrage levert aan de economie.
“Natuurlijk speelt ook de economie voor mij een rol. Ik ben opgegroeid in Katwijk en heb geleerd dat je niet meer kunt opmaken dan dat je hebt. Maar dat is precies wat nu gebeurt. Veel rekensommen zijn een papieren werkelijkheid waar totaal geen rekening wordt gehouden met de kosten voor aantasting van natuur en milieu en de gevolgen elders op de wereld. Er moet ook rekening worden gehouden met de waarde van natuur als je kijkt naar de staatsschuld. Daarom maken wij ons ook sterk voor hogere prijzen voor producenten van voedsel. Daarin zitten lang niet alle kosten verrekend die nu onzichtbaar zijn voor veel consumenten. ”
Hogere prijzen voor de boer en tuinder?
“Ja, we willen dat supermarkten gaan aantonen dat de prijs die zij betalen, voldoende is voor boeren om duurzaam te werken en een normaal inkomen te verwerven. Een ‘eerlijkeprijsbewijs’. Dat gaat hand in hand met krimp van de veestapel. Wij snappen ook wel dat je niet in één klap een sector 70 procent in kunt krimpen. Daarvoor moet je eerst rekenen en de gevolgen in beeld brengen. Pas dan kun je praten over planning, compensatie en overgangstermijnen van bijvoorbeeld 10 jaar. We zijn niet voor koud saneren van de land- en tuinbouw, maar dat het radicaal ander moet is en blijft ons standpunt.”
Wim Esselink
Profiel:
Naam: Esther Ouwehand (36)
Woonplaats: Leiden
Partij: Partij voor de Dieren
Functie: Tweede Kamerlid sinds 2006