Home
Achtergrond
3 reacties
Joost Hudig bracht scheikunde in landbouw
Bodemkundige Joost Hudig (1880-1967) was van 1929 tot 1949 hoogleraar in het vakgebied bodemkunde aan de landbouwhogeschool in Wageningen.
Hij doceerde scheikunde en bemestingsleer. Onder zijn leiding werd in 1932 het Laboratorium voor landbouwscheikunde in Wageningen in gebruik genomen.
Hudig werkte in Groningen bij het Rijkslandbouwproefstation en was secretaris van het Natuurkundig Genootschap. Hudig trouwde na het overlijden van zijn eerste vrouw met Henriëtte Kapteyn, biograaf van de schrijver Hans Christiansen.
Hudigs Wageningse laboratorium werd in de oorlog geheel verwoest bij een bombardement. Hudig slaagde er vanwege goede relaties met de meststoffenindustrie in al snel een nieuw gebouw tot zijn beschikking te krijgen.
Hudig stond aan de basis van de bemestingsadviezen, die na de oorlog werden ontwikkeld. Hij borduurde voort op het werk van de Groninger akkerbouwer Arend Gerkes Mulder, die al op 23-jarige leeftijd bij Sappemeer zijn eigen bemestingsproefvelden aanlegde. Mulder hield systematisch bij wat hij aan bemesting aanbracht en hoe de oogsten waren.
Hudig ontwikkelde een standaard om de gehalten aan mineralen en sporenelementen in de bodem vast te stellen. Hij doorbrak de verzuilde belangenbehartiging, door alle organisaties te betrekken bij het opzetten van een laboratorium.
Laatste reacties
Reageren? Login hier
Of registreer je om te kunnen reageren.