Opvolger: ‘12.000 liter per koe is haalbaar, denk ik’
Opvolger Niels wil het liefst groeien en zo de kostprijs verlagen. Ook mooi: een kringloopbedrijf.
Opvolger Niels heeft goed nagedacht over de koers die hij later met het bedrijf wil varen: schaalvergroten. Door de NB-vergunning maximaal te benutten en de melkproductie nog iets te verhogen wil hij de kostprijs per liter melk omlaag brengen.
Lees verder onder de foto‘s.
Niels van de Wouw (22)
Woonplaats: Biervliet (Zld.).
Opleiding: 3e jaar agrarisch ondernemerschap dier- en veehouderij aan Aeres Hogeschool in Dronten.
Bedrijf: Met zijn ouders en tweelingbroer Stijn vormt Niels een maatschap met 200 melkkoeien. Er is 64 hectare in gebruik, een deel ervan is voor de teelt van suikerbieten en pootaardappelen.
Rolverdeling: Niels’ moeder verzorgt de kalfjes, zijn vader doet het meeste dagelijkse werk. Zijn tweelingbroer Stijn werkt bij een akkerbouwer, helpt ’s avonds thuis mee en doet het akkerbouwwerk. Niels zit doordeweeks in Dronten op kamers, in de weekenden is hij thuis en helpt dan mee waar nodig. Nu hij door de lockdown volledig thuis is, helpt hij veel meer mee. “Ik sta tegelijk met mijn vader om 6.00 uur op en als om 8.30 uur de les online begint, heb ik al gevoerd.”
Als ik het bedrijf overneem, verander ik …
“Eigenlijk wil ik nog wat groeien. Nu hebben we 200 koeien maar volgens onze NB-vergunning mogen we er 280 houden. Daar wil ik naartoe, maar dan moet er eerst wel een nieuwe stal bij komen.
Verder mag de melkproductie nog wel iets omhoog, melk zorgt toch voor het grootste deel van ons inkomen. Nu zitten we op een voorspelde productie van 10.800 liter per koe, ik denk dat 12.000 haalbaar is. Tot slot lijkt het mijn broer en mij mooi om een gesloten kringloopbedrijf te hebben. De akkerbouwtak kan bijvoorbeeld stro leveren aan de melkveetak en die kan mest leveren aan de akkerbouwtak.”
Mijn grote voorbeeld is …
“Ik heb geen groot voorbeeld, maar wel respect voor personen die al op jonge leeftijd een bedrijf voortzetten zonder dat ze daarbij de ondersteuning hebben van hun vader of moeder. Als ik zie hoe vaak ik zelf terugval op mijn ouders…”
Het mooiste werk vind ik …
“Mijn plezier zit hem in de afwisseling tussen het koeienboer zijn en het ondernemer zijn. Na het dagelijkse werk mag ik graag nadenken over wat er eventueel anders of beter kan. Ik denk dat je altijd moet proberen te innoveren. Voor ons bedrijf zou ik me dan richten op arbeidsefficiëncy en het verlagen van de kostprijs. We melken al met robots maar in de toekomst zal het wel neerkomen op nog meer automatiseren en robotiseren, denk ik.”
Ik heb een hekel aan …
“Ach, er zijn altijd wel minder leuke klusjes maar ze moeten toch gebeuren. Opruimen is bijvoorbeeld niet mijn favoriete bezigheid, maar een opgeruimd bedrijf is wel je visitekaartje, bovendien werkt het prettiger als alles op de juiste plek ligt.”
Als ik een miljoen win dan …
Investeer ik dat in het bedrijf. Het zou mooi zijn als er uiteindelijk twee volwaardige bedrijfstakken kunnen ontstaan zodat Stijn en ik samen een toekomst op het bedrijf hebben.”
Over 5 jaar …
“Dan praten we over 2026. Als de schaalvergroting op tijd lukt, werk ik dan volledig thuis. Zo niet, dan werk ik eerst buiten de deur. Mijn ouders kunnen het werk met dit aantal koeien voorlopig wel met zijn tweeën af.”
Dit artikel is onderdeel van de rubriek De opvolger. Ook meedoen? Mail je naam, leeftijd, soort bedrijf en telefoonnummer naar margreet.welink@misset.com.