1965: Grote spuitwolk in de boomgaard

De foto hieronder is vermoedelijk ergens halverwege de jaren ‘60 van de vorige eeuw gemaakt. Het apparaat is een axiaalspuit, bedoeld om met luchtondersteuning een bepaald gewasbeschermingsmiddel van onderaf in de fruitbomen te spuiten.

Het ging allemaal een stuk sneller dan de motorspuit die op een wagen achter de trekker werd meegevoerd, maar waarbij de boer nog zelf een spuitlans vasthield en elke boom apart behandelde.

_{Lees verder onder de foto}

De spuitvloeistof, veelal met koper, kwik en, nóg beter, DDT, werd met deze spuit hoog tussen de fruitbomen verneveld. Voor menselijke veiligheid was destijds amper aandacht. – Foto: Misset

Weinig aandacht voor persoonlijke veiligheid

De ontwikkelingen in de apparatuur gingen snel, maar aandacht voor persoonlijke veiligheid stond niet bovenaan het prioriteitenlijstje. De chauffeur zit op de trekker zonder enige vorm van bescherming. Hoewel het bestrijdingsmiddel achter hem omhoog spuit, is het ondenkbaar dat hij zelf niets binnenkreeg. Boeren klaagden in die jaren soms over misselijkheid na het spuiten, dat is tegen de achtergrond van de werkwijze niet zo vreemd.

Nadelen van axiaalspuit

De axiaalspuit was destijds een knap staaltje techniek, maar de nadelen bleken ook al snel. De onderste delen van de bomen werden goed geraakt, maar hoger dan maximaal 3 meter kwam de spuitnevel niet. Die nadelen had de mastspuit niet. Dit type was, simpel gezegd, een rechtopstaande spuitboom (mast) met een zijwaartse verneveling. Hierbij kwam de spuitnevel wel tot hoog in de bomen, mits de spuitboom lang genoeg was.

De spuitwolk was lang een kenmerkend verschijnselen voor de fruitteelt. Inmiddels worden driftarme doppen gebruikt waardoor preciezer gewerkt kan worden en er veel minder middel terecht komt op plekken waar dat niet de bedoeling is.

Bekijk ook deze voorlichtingsfilm over de nevelspuit uit 1953:

Dit artikel is te lezen in Boerderij 41 van dinsdag 7 juli en is onderdeel van de rubriek Zo ging het toen