1934: Zeug laten grazen aan een touw
Tijdens het vreten, stond de zeug tenminste even stil. Dat was het moment om haar een touw om te binden.
Deze foto is geschoten in 1934. Een zogende zeug krijgt een tuigje omgebonden, zodat ze vastgezet kon worden op een graasplek die niet afgerasterd was. Dat gebeurde wel meer in die tijd en omdat niet elke zeug even makkelijk was met het ombinden, was het advies om dat tijdens het voeren te doen. Dan stond ze stil en had ze even geen aandacht voor andere zaken.
Lees verder onder de foto.
Crisis
Misschien dat de boer wel aan andere zaken dacht, want het waren de jaren dertig, de jaren van crisis. De beurskrach die in 1929 in Amerika plaatsvond, had de hele wereld meegetrokken in een diepe depressie.
Moeizame export
Ook Nederland ontkwam niet aan de gevolgen en met name de landbouw werd flink geraakt. Dat kwam deels door de starre overheid die vasthield aan de zogenaamde gouden standaard. De waarde van de gulden moest blijven wat-ie was, terwijl veel landen om ons heen de waarde van hun munt lieten zakken. Daardoor konden ze exporteren, iets wat voor Nederlandse boeren steeds lastiger werd.
Tarwewet
Uiteindelijk, in 1931, lanceerde de overheid de eerste officiële steunmaatregel in de vorm van de Tarwewet. Die schreef voor dat een bepaald deel binnenlandse tarwe gebruikt moest worden om brood mee te bakken. Later volgden crisiswetten voor andere sectoren en in 1933 werden ze allemaal op een hoop gegooid onder de Landbouwcrisiswet die in 1934 van kracht werd.
Vrijheid ingeperkt
Hoewel er financiële steun kwam, hield die ook in dat de vrijheid van boeren om ‘maar raak te produceren’, werd ingeperkt.