Opvolger Ewoud: als je kansen pakt, kun je ver komen
Bedrijfsopvolger Ewoud wilde per se boer worden, maar de koeien thuis waren al weg.
Zijn vader was gestopt maar Ewoud wilde toch boer worden. Hij dacht aan geiten maar kreeg geen vergunning. Toen zijn moeder over melkschapen begon, lachte hij haar eerst uit. Nu melkt hij er 125 en het gaat goed.
Lees verder onder de foto‘s.
Ewoud Verink (21)
Woonplaats: Winterswijk-Kotten (Gld.)
Opleiding: Groenhorstcollege Barneveld afgerond. Ewoud deed de driejarige BBL-opleiding waarbij je één dag in de week naar school gaat en vier dagen praktijkervaring opdoet.
Bedrijf: In maatschap met zijn moeder houdt Ewoud Friese melkschapen. Er zijn momenteel 125 melkgevende ooien. De melk verwerken ze zelf tot harde kaas en zachte zuivel. Verkoop ervan gebeurt aan huis en aan restaurants en winkels. Over afzet via een groothandel vinden momenteel gesprekken plaats.
Rolverdeling: Het buitenwerk doet Ewoud, het melken doet hij samen met zijn moeder omdat het veel tijd kost. In een 2×18 zij-aan-zij melkstal zijn ze samen drie uur per dag bezig. Ewoud maakt de kaas, zijn moeder de zuivel zoals kwark, kefir, hangop en yoghurt.
Als ik het bedrijf overneem, verander ik…
“De zuivelbereiding is veel werk, ik zou met personeel moeten gaan werken, want dat kan ik niet allemaal alleen. Verder moet alles efficiënter worden ingericht. We hebben bijvoorbeeld geen eigen kaasmakerij. Ik ga elke dag met de melk naar een geitenhouder die ook kaas maakt. Ik mag zijn apparatuur gebruiken. Verder wil ik onze ligboxenstal verbouwen zodat de schapen daarin kunnen. Die stal staat er nog, omdat mijn vader koeien had. Om levensvatbaar te blijven moest hij uitbreiden maar hij wilde niet zijn hele leven voor de bank werken. Daarom is hij gestopt. Later werd hij ziek en in 2015 is hij overleden. Met mijn moeder ben ik opnieuw begonnen, maar dan met schapen.”
Mijn grote voorbeeld is…
“John Klaver van Klaver Kaas. We mochten bij hem op het geitenbedrijf komen kijken want ik wilde eerst geiten maar kreeg geen vergunning. Mijn moeder kwam toen met het idee om schapen te gaan houden. Ik lachte haar een beetje uit maar John liet zien dat zoiets wel kan. Hij kan het weten want hij begon ook met niets en nu hebben ze zelfs hun eigen melkfabriek. Als je kansen pakt, kun je dus een heel eind komen.”
Het mooiste werk vind ik…
“Melken vind ik mooi, ’s ochtends in alle rust opstarten en al je dieren zien. Maar kaas maken vind ik ook prachtig. Stap voor stap het proces volgen, de melk dik zien worden en dan ineens heb je kaas. Echt heel boeiend.”
Ik heb een hekel aan…
“Als dingen tegenzitten, kan ik dat slecht hebben. Dan word ik chagrijnig en kan ik het beste een poosje in mijn eentje bezig gaan, want ik weet van mezelf dat ik dan snauwerig word.”
Als ik een miljoen win in de loterij dan…
“Investeer ik dat in een luxe kaasmakerij bij huis, met alles erop en eraan. En ik zou een nieuwe stal bouwen voor meer werkgemak. En dan is het geld wel op.”
Over vijf jaar dan…
“Lopen de schapen buiten. Nu heb ik nog een deel van het land verhuurd zodat ik wat vast geld heb. Over vijf jaar is ook de ligboxenstal vernieuwd en is het een efficiënt en goed draaiend bedrijf. Het werk hoop ik dan te doen met iemand aan mijn zijde.”
Dit artikel is onderdeel van de rubriek De opvolger. Ook meedoen? Mail je naam, leeftijd, soort bedrijf en telefoonnummer naar margreet.welink@misset.com.