1963: lang stro was vroeger juist populair
Halmen tot wel 2 meter lang waren vroeger juist gewild om er karton van te maken. Tot de maaidorser kwam …
In 1963 was de ene boer al verder met de mechanisatie dan de ander. Op de foto is er al wél een trekker, maar het opsteken van de gemaaide haver, gebeurt nog met de hand.
Die haver had eerst in schoven staan drogen, daarna werd het binnengehaald, met de aren nog aan de stengels. Het optasten op de platte wagen, moest wel zorgvuldig gebeuren zodat een hobbel onderweg niet zou leidden tot het afvallen van de vracht.
Langstengelig graan
Op de foto is ook goed te zien dat het langstengelig graan was. Halmen van 1,5 tot soms wel 2 meter waren niet ongebruikelijk. Dat was juist aantrekkelijk voor de strokartonindustrie. Maar dat zou snel anders worden. De vraag naar karton als verpakkingsmateriaal nam af en er was nog iets: er was een nieuwe machine ontwikkeld; de maaidorser. Deze werkte het best als de rassen korte halmen hadden. De opkomst van deze machine droeg dan ook bij aan de versnelde ontwikkeling van nieuwe rassen met korte halmen van pakweg 90 centimeter. Er hoefde hierbij minder materiaal door de machine waardoor de capaciteit beter benut werd.
Andere rassen
Bij tarwe was het kortstengelige ras Mado (MaaiDOrser) heel even populair maar dat verdween toch weer, vermoedelijk omdat het niet zo wintervast was. Andere rassen kwamen opzetten zoals Manella en Clement, maar die bleken weer gevoelig voor gele roest. Dat nadeel hadden Arminda en Okapi dan weer niet zodat deze de blockbusters van de jaren 80 werden. Met kort stro.
Dit artikel is te lezen in Boerderij 48 van dinsdag 27 augustus en is onderdeel van de rubriek Zo ging het toen
Nieuwsbrief Graanmarkt
Schrijf je in voor deze nieuwsbrief en blijf op de hoogte van noteringen en marktontwikkelingen binnen de graanmarkt.