Boerderijkind meestal op de fiets naar school

Terwijl de landelijke trend is dat kinderen vaker met de auto naar school gebracht worden, gaan de meeste boerderijkinderen op de fiets.

Het aantal kinderen dat met de auto naar school gebracht wordt, neemt toe. Dat stelt Veilig Verkeer Nederland (VVN). 20 jaar geleden was het nog een kwart, 4 jaar geleden lag het percentage op 30 en hoewel er geen kersverse cijfers zijn, is de trend volgens de Fietsersbond niet veranderd. De stijgende lijn zet door en dat is een ongunstige ontwikkeling, volgens de organisatie. ‘Autokinderen’ doen te weinig ervaring op in het verkeer en dat heeft weer gevolgen voor hun latere veiligheid op de weg.

Ook boerderijkind soms met auto naar school

Ook boerderijkinderen worden regelmatig met de auto naar school gebracht. Uit een online enquête van Boerderij bleek dat bijna 20% van de ouders voor deze optie kiest. Bijna driekwart van de ouders kiest ervoor de fiets te nemen. 48% laat de kinderen zelfstandig gaan, dus zonder begeleiding van een volwassene, 36% fietst altijd mee, de rest fietst soms mee en laat ze soms zelfstandig gaan.

Fiets meest gebruikte vervoer bij boerderijkinderen

Op de middelbare school is het beeld wat anders. Hier brengt krap 15% van de ouders de jeugd naar school, meestal omdat de opleiding erg ver van huis is. Ook bij deze groep is het meeste gebruikte vervoermiddel de fiets. Slechts een enkeling zegt dat het kind met de brommer gaat, de trekker of de eigen auto. Bij 3% van de gezinnen gaat het kind met het openbaar vervoer.

Dat boerderijkinderen overwegend met de fiets naar school gaan, is meestal omdat de ouders dat vroeger zelf ook deden.

Afstand weinig invloed

Voor de meeste boerenkinderen ligt de basisschool ergens tussen 2 en 5 kilometer van de boerderij, maar afstand lijkt amper een rol te spelen bij het besluit om wel of niet op de fiets te gaan. Ook zij die verder weg wonen, pakken meestal de fiets naar school. Naarmate de afstand toeneemt, worden basisschoolkinderen wel vaker begeleid door een meefietsende volwassene.

Stadsouders vinden verkeer onveilig

Dat kinderen in steden vaker met de auto gebracht worden, heeft mogelijk te maken met ouders die met de auto naar hun werk gaan. Onderweg zetten ze de kinderen af bij school. Tevens blijkt uit een onderzoek van Veilig Verkeer Nederland (VVN) dat veel ‘stadsouders’ het verkeer dusdanig onveilig vinden dat ze daarom kiezen voor de auto.

Op boerenbedrijven hoeven ouders minder vaak met de auto naar hun werk. Er is dus relatief meer tijd om kinderen met de fiets naar school te begeleiden. Maar ook boerenouders moeten soms schipperen, vooral tijdens arbeidspieken, zoals in het voor- en najaar. Anne de Visser, bij Hellevoetsluis (Z.-H.), heeft 2 jonge kinderen op de basisschool. Met veel voorjaarswerk thuis weet ze soms ‘van voren niet wat ze van achteren aan het doen is’: “De kinderen ’s ochtends naar school brengen lukt vaak wel, maar ze ook weer ophalen is soms erg krap. Dan pak ik weleens de auto. We hebben een busje, daar kunnen de fietsen achterin.”

‘2 keer zijn ze nu zelfstandig gegaan’

Ook Jolanda Waijers in Huisseling (N.-Br.) merkt dat zaken af en toe lastig te combineren zijn. Soms moet het werk gewoon maar even wachten, zodat ze de kinderen (van 10 en 7) naar school kan brengen. “Meestal gaan we met de fiets. Onderweg probeer ik ze steeds wat meer eigen verantwoordelijkheid te geven. 2 keer zijn ze nu op de heenweg zelfstandig gegaan, dat vonden ze geweldig. ’s Middags sta ik sowieso altijd op het schoolplein; dan worden de speelafspraken gemaakt en anders weet je niet waar ze zijn.”

Buitenwegen zijn vaak racebaan

De verkeersveiligheid is voor sommige ouders een heikel punt. De term ‘plattelandsweg’ klinkt misschien wel rustig, maar de praktijk is vaak anders. Over de 60-kilometerwegen wordt regelmatig keihard gereden. RDW (voorheen de Rijksdienst voor het Wegverkeer) noteerde vorig jaar dat bijna een kwart van de extreme snelheidsovertredingen op buitenwegen plaatsvindt. Extreem wil zeggen: meer dan 30 kilometer per uur te hard. Dat betreft dan personenauto’s, maar buitenwegen worden ook gebruikt door grote landbouwvoertuigen en vrachtwagens, zeker in deze tijd van het jaar. Doodeng voor jeugdige fietsers op weg naar school, vandaar dat ouders veelal meefietsen. Ze doen dat vaak tot het kroost een jaar of 7 à 8 is. Daarna worden kinderen in de regel zelfstandig genoeg geacht om het zonder begeleiding te kunnen.

Bezorgder over rare types dan over verkeer

Martin Bijker in Marum (Gr.) fietste in het begin een eindje achter zijn dochter als ze alleen op weg ging. “We hebben haar heel goed uitgelegd hoe verkeer werkt en wat er gevaarlijk is. Ik merk dat ze heel goed weet wat ze doet. Waar ik meer zorgen over heb, zijn gekke mensen die haar onderweg aan zouden kunnen spreken. Het is een meisje van 8 en er lopen tegenwoordig een hoop rare lui rond. Daar zit ik meer over in dan over het verkeer.”