22 jaar geleden: Brabantse varkenshouders geweigerd

Bewoners en gemeenten kwamen in actie om een roze invasie te voorkomen.

De gemeente Emmen heeft de vestiging van 4 grote varkensmesterijen in de omgeving van Emmer-Compascuum tegengehouden. Dat bleek uit de uitspraak van de Raad van State op de bezwaren van 4 varkenshouders die afkomstig waren uit Brabant. De boeren wilden noordwaarts uitbreiden met grote vleesvarkensbedrijven, maar precies op de dag dat zij hun verzoeken indienden om het bestemmingsplan voor het buitengebied te wijzigen, werd het beleid ineens een stuk strenger.

Een wijziging van het bestemmingsplan moest het mogelijk maken dat in het buitengebied veestallen gebouwd mochten worden, maar tijdens de raadsvergadering van 27 maart 1997 besloot de gemeenteraad echter om de komst van intensieve veebedrijven te beperken. Een en ander kwam in een voorbereidingsbesluit vast te liggen. De varkenshouders visten dus achter het net en spanden een rechtszaak aan.

Bestemmingsplannen aangepast na uitspraak rechter

Volgens hun advocaat kon de gemeente de aanvragen van zijn cliënten al niet meer afwijzen op het moment dat ze ingediend waren, maar in hoger beroep besloot het rechtscollege echter van wel. De gemeente kon niet gedwongen worden een bestemmingsplan te wijzigen. De varkensstallen kwamen er niet.

Andere gemeenten waren wakker geschud door het voorval en hielden snel hun eigen bestemmingsplannen tegen het licht. Daar waar mogelijk werden deze alsnog dichtgetimmerd om de komst van grote varkensbedrijven onmogelijk te maken en zo een zogenoemde roze invasie te voorkomen. Op sommige plakken hadden varkenshouders al vergunningsaanvragen gedaan. Bewoners kwamen erachter en schrokken zich een hoedje. In allerijl richtten ze actiecomités op, zoals ‘De Beer is Los’. Fel was het verzet van de plaatselijke bevolking en wel zodanig dat de meeste varkenshouders hun plannen uiteindelijk introkken.