1959: boeren gaven collega’s gratis ruwvoer
Door droogte was er voor veel koeien niks meer te vreten. Boeren die wel voer hadden, sprongen bij.
De foto is gemaakt in het najaar van 1959. Koeien krijgen bietenblad en bietenkoppen te vreten.
Op zich niets bijzonders, dit was tamelijk gebruikelijk groenvoer in die jaren. Toch is het rantsoen op deze foto wel degelijk bijzonder: het was namelijk een gift. 1959 was een gortdroog jaar. Bij droogte wordt vaak 1976 genoemd, maar 1959 staat daar meteen achter. Krap 352 millimeter regen viel er, veel te weinig voor gewasgroei. Vooral in het oosten van het land waren de problemen groot.
Problemen door droogte
Haver verschrompelde, gras vergeelde, voor koeien was er op het laatst amper meer iets te vreten. Uit pure wanhoop rasterden sommige boeren stukjes loofbos af en lieten de koeien daar hun kostje bij elkaar scharrelen. Anderen joegen hun dieren de stoppelknollen op. Ze vraten alles en rukten het beetje groenvoer dat ze vonden, met wortel en al uit de grond. Daarmee kregen ze veel te veel zand binnen, wat niet zelden tot dodelijke spijsverteringsproblemen leidde. Wanhopig waren de boeren, maar wat konden ze anders?
Hulp vanuit Flevopolder
Collega’s uit de Flevopolder schoten te hulp. Zij hadden overwegend een prima oogst gehad en stelden voor om bij te springen. Grote hoeveelheden bietenloof, bietenkoppen, voeraardappelen, luzerne, haver-, gerste- en erwtenstro werden ingezameld en verdeeld onder de boeren aan de oostgrens. Op de foto komt zo’n transport aan bij een bedrijf. Op de achterkant staat gekrabbeld dat ‘de koeien er gretig op aanvielen.’
Dit artikel is te lezen in Boerderij 8 van dinsdag 19 november en is onderdeel van de rubriek Zo ging het toen.
Lees meer over droogte