22 jaar geleden: pestvarkens begraven onder een dijk

Dat er mogelijk varkenspest was uitgebroken, bleek toen de dag na de jaarwisseling in buurtschap Ostenland, in de deelstaat Noordrijn-Westfalen, verdachte varkens waren ontdekt. Ze hadden grieperige ziekteverschijnselen en 2 dagen later werden als voorzorgsmaatregel 194 vleesvarkens geruimd. 15 bedrijven in een kring van 1.000 meter rondom de haard mochten hun varkens niet meer vervoeren. Het bleek inderdaad om de gevreesde varkensziekte te gaan. Volgens onderzoek van de Duitse veterinairen was de uitbraak veroorzaakt door het voeren van voedselresten uit een Britse kazerne in Sennelager. Gemakshalve was het voer niet genoeg verhit waardoor het aanwezige virus overeind bleef.

Een bord bij de ingang van een met varkenspest besmet bedrijf in Venhorst in 1997. Foto: Mark Pasveer

Relatie met uitbraken 1993-1995 niet aangetoond

Het spoor voerde volgens boeren nog verder terug, naar vlees van wilde zwijnen dat uit China geïmporteerd was en in 1993 in Oostenrijk varkenspest had veroorzaakt. Dat virus zou volgens boeren toen overgestoken zijn naar Duitsland waar het van 1993 tot in 1995 huishield. Maar volgens de Duitse veterinairen bestond tussen die uitbraken geen enkele relatie. Ook een relatie met de uitbraak in januari 1997 was er niet, aldus de dierenartsen.

Wél relatie tussen uitbraak Duitsland en Nederland

Er was wél een relatie tussen de uitbraak in Nordrein-Westfalen en de uitbraak even later in het Nederlandse Venhorst. Daar werd op 4 februari 1997 varkenspest vastgesteld. Vermoedelijk was het virus toen al een poos in Nederland aanwezig. Transporteurs die eerder in het besmette Duitse gebied waren geweest, hadden het waarschijnlijk meegenomen.