1962: Rijtje voor rijtje mais hakselen

De hakselaar maakte de weg vrij voor een enorme opschaling van de maisteelt. Begin jaren ’60 waren er al 1.750 boeren die mais verbouwden op gemiddeld 60 are. – Foto: Misset

Het ging goed en het ging snel. Het nieuwe gewas was een succesnummer. Maar de weg was lang en hobbelig want in Nederland was lange tijd niet helemaal duidelijk hoe met dit energierijke gewas om te gaan. Het week in alle opzichten af van de bekende stengels als die van tarwe, haver, rogge en gerst.

Mais hakselen

Met zaaien was het een kwestie van uitproberen: een zaaimachine voor graan werd een beetje aangepast voor mais. Door enkele zaaikouters dicht te doen, werd breder gezaaid. Maar machines om precies op die rijafstand te oogsten, waren er nog niet. Boeren hakten in het begin zelf de rijpe stengels om, later werden maaibalken ingezet al ging dat stroef. En vervolgens rees de vraag: wat nu? Kolven eraf pellen? Er een zelfbinder aan wagen of niet? Anderen waren al bezig met een stengelkneuzer want kneus was beter in te kuilen dan haksel. Men hakselde destijds nog enorm grof.

Arbeidsintensief

Al met al was mais in het begin enorm arbeidsintensief. Op de foto wordt een hakselaar gebruikt. Mais werd toen al niet meer als graangewas beschouwd. Er waren rassen ontwikkeld die in de vorm van snijmais geweldig veevoer opleverden.