Foto: Ronald Hissink BoerenlevenAchtergrond

Extra paar ogen let op welzijn boer

Zorgen worden meestal opgepot tot er soms geen weg terug is. Daarom letten erfbetreders meer en meer op het welzijn van de boer om zonodig tijdig actie te ondernemen.

De maatschappelijke en economische druk op boeren neemt toe. Dat er veel mensen zijn die hier mentaal last van hebben, merken de vrijwilligers van de stichting Zorg om Boer en Tuinder (ZOB). Hier kunnen boeren telefonisch terecht als ze zorgen hebben waar ze met anderen niet over willen, kunnen of durven praten. Voorzitter Piet Boer: “De cijfers heb ik niet paraat maar het gaat met golfbewegingen. Soms is het aantal telefoontjes minder, soms is het meer. Momenteel is er, vooral vanuit de melkveehouderij, weer een toename.”

Erfbetreders spelen belangrijke rol

Boeren bellen soms zelf omdat ze tobben met iets waar ze geen raad mee weten, soms wordt door iemand anders een melding gedaan waar een vrijwilliger van de ZOB dan op afgaat. Boer: “Maar als die zomaar ineens voor de deur staat, krijgt hij of zij al snel de vraag: wie heeft jou getipt? Het gesprek begint dan eigenlijk al verkeerd. Het werkt beter als mensen zelf bellen maar daar hebben ze soms een zetje bij nodig. Als ZOB zijn we de laatste tijd bezig om erfbetreders daarbij te betrekken, zodat zij mensen met problemen kunnen bewegen om zelf de telefoon te pakken.”

Behoefte aan informatie is groot

Die erfbetreders moeten dan wel weten waar ze op moeten letten. Bij de ZOB merken ze dat de behoefte aan informatie hierover groot is. Boer: “Erfbetreders bellen bijvoorbeeld omdat ze zich zorgen maken of het met een cliënt wel goed gaat, ze weten alleen niet wat ze daar verder mee aan moeten.”

Agrozorgwijzer

Samen met verschillende andere organisaties is de ZOB bezig met het project Agrozorgwijzer. Hierin wordt onder meer aandacht besteed aan wat erfbetreders nodig hebben om goed om te kunnen gaan met wat ze op emotioneel gebied zoal tegen komen op het boerenerf. Ook verschillende coaches geven trainingen voor erfbetreders en recent opende agrarisch coach Paulien Hogenkamp een vertrouwenslijn voor zowel boeren als erfbetreders.

‘Commerciële bedrijven hebben niet alleen de taak om voer te verkopen of melk en varkens op te halen.’

Hanneke Meester, landelijk coördinator van de ZOB: “Dat is allemaal superbelangrijk want hoe eerder een boer in de problemen hulp krijgt, hoe beter nog bij is te sturen. Dan is nog te voorkomen dat dingen uit de hand lopen en misschien niet meer terug te draaien zijn.” Ze noemt het een gezamenlijke verantwoordelijkheid. “Commerciële bedrijven hebben niet alleen de taak om voer te verkopen of melk en varkens op te halen.”

Gegevens ZOB en de Vertrouwenslijn

  • Gegevens ZOB: www.zorgomboerentuinder.nl                      
  • Regio Noord: Pieter Knijff, 06-139 916 81,
    noord@zorgomboerentuinder.nl   
  • Regio Oost: Henk Slagman, 06-309 091 89,
    oost@zorgomboerentuinder.nl
  • Regio Zuid: Wim Verbeek, 06-108 264 01,
    zuid@zorgomboerentuinder.nl
  • Regio West: Wim Biemans, 06-517 236 46,
    west@zorgomboerentuinder.nl         
  • Vertrouwenslijn: 085-130 34 30

Goede band

Onder erfbetreders vallen al die mensen die regelmatig bij boeren en boerinnen op het erf komen. Dat kunnen mensen met commerciële belangen zijn maar ook vrienden, familie en buren. Er zit altijd wel iemand tussen waarmee de boer een goede band heeft en tegenover een vertrouwd iemand komt soms op een natuurlijke manier een gesprek op gang. Boer: “Terwijl je over de voergang loopt, praat je niet alleen maar over ranstoenberekeningen.”

‘Het is en blijft maatwerk.’

Meester: “Niet elke erfbetreder is overigens een geschikte gesprekspartner, wie komt om te zeggen dat de melkleveranties stopgezet gaan worden is bijvoorbeeld niet de juiste persoon voor een goed gesprek over persoonlijke zaken. Maar iemand anders is dat misschien wel. En iemand die altijd ’s nachts de melk komt halen, spreekt de boer niet maar ziet misschien wel dat het erf steeds rommeliger wordt. Hij kan zijn zorgen hierover aankaarten binnen zijn organisatie of bijvoorbeeld bij de ZOB. Samen kijk je dan of er iets moet gebeuren en wat. Het is en blijft maatwerk.”

Eerste hulpdienst was uniek voor agrariërs

Ooit was er de THDA, de Telefonische Hulpdienst Agrariërs, opgericht in 1995 door enkele boerinnen die wilden dat er iets gedaan werd voor boeren en tuinders met een problematische situatie op hun bedrijf. Ze werden bedrijfsmatig wel ondersteund, maar er was weinig aandacht voor de psychosociale kant. Dat terwijl veel boeren, en hun partners, mentaal vaak zwaar te lijden hadden onder de situatie. Uniek aan de THDA was dat die bemand werd door vrijwilligers met een agrarische achtergrond. Zij wisten hoe het boerenleven in elkaar zit en konden zich beter verplaatsen in de situatie dan algemene hulpverleners. Bij de oprichting van de lijn gingen de gesprekken vaak over gedwongen bedrijfsbeëindigingen, een belpiek was er in 2001 tijdens de MKZ-crisis.

Op 1 januari 2012 ging de THDA echter uit de lucht. De hulpdienst werd toen nog maar weinig gebeld. Zo weinig, dat de stichting Sensoor, waarbij de THDA inmiddels was ondergebracht, besloot de dienst te laten opgaan in de algemene hulplijn. Die was bij boeren echter veel minder bekend en bovendien was er geen specifieke kennis van het boerenleven. De ZOB en de Vertrouwenslijn voorzien wel in die behoefte.

Beheer
WP Admin