‘Positieve bril werkt beter’

Het kan goed, jezelf de put in praten. Maar omgekeerd kan ook. Wie kijkt naar successen, kan de missers beter hanteren.

Lol hebben in je werk, daar ging het recente paasnummer over. We vroegen het ons namelijk af: hebben boeren nog wel lol in wat ze doen? Er is nogal wat op ze afgekomen de laatste tijd en niet alles pakte even vrolijk uit. De veehouderij sprong er wat dat betreft uit, maar ook in de akkerbouw is er genoeg om de wenkbrauwen over te fronsen. Neem de beschikbaarheid van gewasbeschermingsmiddelen, die voortdurend onder druk staat of de mestwetgeving die volgens boeren de bodem uitput. Kortom, genoeg materiaal waar de schouders van kunnen gaan hangen.

Schouders hingen helemaal niet

Maar wat bleek? De schouders hingen helemaal niet. Integendeel. De meeste boeren hebben nog alle dagen plezier in hun werk. Ze stappen goedgemutst uit bed, trekken de overall aan, stropen de mouwen op en gaan fluitend aan de slag. De dagelijkse dingen geven hun een groot gevoel van voldoening, vooral als alles lekker loopt natuurlijk. Wie wordt er niet vrolijk van gezond vee dat lekker staat te vreten, de pulsators in de melkput die ritmisch puffen en sissen, een rij glanzende, dikke biggen naast de zeug of een loods vol machines om klaar te maken voor het voorjaarswerk?

In de startblokken

Dat voorjaar steekt er met kop en schouders bovenuit, boeren staan in de startblokken om weer aan een nieuw seizoen te beginnen. Lange dagen en lekker veel meters maken, dan denken ze amper meer aan lage opbrengstprijzen, gedoe op de wereldmarkt, eindeloos veel administratie of aantrekkende wet- en regelgeving. Het is er allemaal wel, maar het verpest niet hun plezier in het dagelijkse werk.

Gemiddeld een 7,5

Ongetwijfeld zijn er mensen die dit lezen en die zich nu miskend voelen; 6% van de boeren heeft namelijk helemaal geen lol in hun werk en voelt zich om verschillende redenen gefrustreerd, somber en overbelast. Gevraagd naar een cijfer delen ze een 4 of een 5 uit.

Gemiddeld gaven boeren hun werk echter een 7,5. Daarmee lijken ze iets opgewekter dan de rest van werkend Nederland die het bij een 7 houdt, zo bleek uit een inventarisatie van het platform Werken2.0.

De cijfers zijn natuurlijk subjectief, werkplezier is eigenlijk niet goed uit te drukken in een kil getal. Maar een 7,5 is wel uit te leggen als ‘een dikke vette voldoende’. En dat kon weleens een vliegwieleffect hebben. De afdeling Arbeids- en Organisatiepsychologie van de Erasmus Universiteit onderzocht het en vond dat bevlogen mensen die lol hebben in wat ze doen, beter presteren. En dat geeft vervolgens weer meer werkplezier.

Wie lol heeft in wat hij of zij doet, is ook beter bestand tegen missers en teleurstellingen. Het is een ontzettend cliché, maar clichés zijn soms maar al te waar: houd het vergrootglas niet boven de tegenvallers, maar boven de successen. Wedden dat het werkt?