Foto: Mark Pasveer BoerenlevenOpinie

‘Boer is manusje-van-alles’

Als er iets kapot is, vraag ik me altijd af wie ik kan bellen om het op te lossen. Boeren moeten niets hebben van deze mentaliteit: ze willen zichzelf kunnen redden, en waarschijnlijk komt het daardoor dat ze dat meestal ook kunnen.

Maar nu is het zondagmiddag en mijn man en ik zitten samen in de keuken te genieten van een glaasje Shiraz met een kaasje erbij. Straks komen de kinderen eten en daar verheugen we ons op.

“Zullen we de houtkachel aansteken?”, stel ik voor. “Daar is het nu weer de tijd voor.”
Mijn man is het ermee eens, dus we gaan in de weer met kranten en hout. Even later zitten we bij een knisperend vuurtje. De vredige sfeer wordt echter al gauw verstoord, als de leidingen onheilspellend beginnen te klotsen en te rammelen.

Geen gas, maar kachels op houtpellets

“O ja”, zegt mijn man, “in de lente heeft een monteur de overdrukbeveiliging afgesloten. Nu kan het ding zijn warmte niet kwijt. De prutser!”
“Wat nu?”, vraag ik bezorgd.

Omdat we afgelegen wonen, hebben we geen gas. Een houtkachel geldt als duurzaam en je kon er subsidie voor krijgen. Daarom verwarmen we het hele huis op pellets. In de kamer en de keuken staan kleine houtkacheltjes om bij te stoken en voor de sfeer. Het is een complex systeem, waarbij alle kachels en radiatoren met elkaar in verbinding staan.

Met hun jassen aan scharen de kinderen zich rond de tafel

“Pang!”
Nu ben ik bang dat de hele boel explodeert.
Snel smoren we het vuur. De keuken vult zich met rookwolken en er zit niets anders op dan de ramen te openen. Tegen de tijd dat de kinderen komen, is het koud. Met hun jassen aan scharen ze zich rond de tafel.

De volgende dag wil ik de monteur bellen. Mijn boer is het er echter niet mee eens. En met de bekende woorden: “Ik kan het zelf wel”, verdwijnt hij onder de vloer.
“Pas je er nog wel tussen?”, vraag ik als ik op mijn knieën bij het gat ga zitten en in het donker tuur. We hebben vorig jaar schelpen onder de vloer gekregen voor de isolatie en het vocht. Ik hoor ze knerpen, terwijl hij er op zijn buik overheen schuift. Dan wordt het stil en ik ga naar boven om aan een artikel te werken.

Dan gaat mijn mobiel: “Kun je even naar de grote kachel lopen en water bijvullen. Ik bel wel als ik het lek gevonden heb.”
Ik ga naar de schuur en hoop dat ik de juiste slang bevestig en de juiste knoppen omzet. Dan draai ik de waterkraan open. Even hoor ik suizen.

Gelijk gaat de telefoon: “Doe maar weer dicht.”
“Is het gelukt?”, vraag ik, maar de verbinding is verbroken. Lang blijft het stil. Ik staar naar een leeg zwaluwnest.
Telefoon: ”Doe maar weer open.”
“En?”
Geen reactie.

Zie je wel: we hebben niemand nodig!

Maar als ik in de keuken kom, steekt mijn man net zijn hoofd uit het kruipgat. Met het haar vol spinnenwebben verkondigt hij stralend dat het probleem is opgelost: “Zie je wel: we hebben niemand nodig!”

Nu kan het winter worden.

Beheer
WP Admin