Anne-Marie Oudejans: De technologie bij Rendac is vergelijkbaar met welke moderne procesindustrie dan ook. - Foto: Hans Banus BoerenlevenAchtergrond

Boek over geschiedenis van de kadaververwerking

Over de geschiedenis van de verwerking van kadavers is weinig bekend. Beter gezegd wás weinig bekend, want Anne-Marie Oudejans dook in de historie van deze bedrijfstak en schreef er een boek over. De verguisde vilder van vroeger is inmiddels een hoogopgeleide procestechnoloog.

Ze werden als paria’s beschouwd, moesten buiten het dorp wonen, priesters weigerden hen zelfs de biecht af te nemen. “Degenen die in de Middeleeuwen kadavers verwerkten, vormden een absolute onderklasse in de samenleving. De zogeheten vilders waren onrein, ze stonken, mochten niet het dorpscafé in. En dat terwijl ze een zeer belangrijke taak vervulden,” zegt Anne-Marie Oudejans. “Nog steeds bestaan er vooroordelen over destructie, maar in het verre verleden werd er echt neergekeken op kadaververwerkers. Door me te verdiepen in de bedrijfstak heb ik veel respect gekregen voor deze beroepsgroep.”

Van vilder naar procestechnoloog

Oudejans (67) is procestechnicus, ze werkte decennialang in de olie-industrie en bodemsanering. Tijdens een bezoek van de ingenieursvereniging KIVI aan Rendac in Son werd zij gegrepen door de moderne procestechnologie in het bedrijf. Vervolgens is zij in de geschiedenis van de bedrijfstak gedoken. “Ik kom niet uit het vak, ben ook geen historicus. Dat heeft een voordeel: ik kan met een open blik naar deze industrie kijken.”

“Als procestechnicus heb ik veel waardering voor Rendac”

Haar literatuurstudie van zes jaar is uitgemond in het boek Animal Rendering, de geschiedenis van de kadaververwerking.

Het woord destructie staat haar niet aan. “Dat woord heeft de laatste decennia een negatieve bijklank gekregen. Destructie wordt geassocieerd met voetbalhooligans die de boel kort en klein slaan. Daarom gebruik ik liever het Engelse rendering. Dat woord geeft veel beter weer wat er werkelijk in de bedrijfstak gebeurt, namelijk uit schadelijk, onaangenaam en soms gevaarlijk materiaal waardevolle grondstoffen winnen.”

Grondstoffen uit kadavers

De technologie in de moderne kadaververwerking is in grote lijnen vergelijkbaar met die in bijvoorbeeld een bierbrouwerij of zuivelfabriek. “Het systeem is volledig gesloten, de dampen die tijdens het verwerkingsproces vrijkomen, worden afgevangen. De vetten, eiwitten en kalk uit de kadavers worden omgezet in waardevolle brandstoffen voor energiecentrales en staalfabrieken. Bij Rendac zitten hoogopgeleide procesoperators achter een beeldscherm. Dat was in het verleden een totaal ander verhaal.”

Anne-Marie Oudejans: “De technologie bij Rendac is vergelijkbaar met welke moderne procesindustrie dan ook.” - Foto: Hans Banus

Anne-Marie Oudejans: “De technologie bij Rendac is vergelijkbaar met welke moderne procesindustrie dan ook.” – Foto: Hans Banus

Ook in het verdere verleden werden grondstoffen uit de kadavers gewonnen. Haar zoekwerk in archieven en in de krochten van het internet leidde tot opvallende ontdekkingen. Van de botten werd in de negentiende eeuw onder meer beenderzwart gemaakt dat werd toegevoegd aan schoensmeer. Uit dode paarden werd bijvoorbeeld olie gewonnen, de brandstof voor straatlantaarns. “De circulaire economie avant la lettre, maar zo werd dat in die tijd niet gezien, laat staan gewaardeerd. Het zware werk werd slecht betaald, op de arbeiders werd neergekeken. En ondanks dat heeft er een technische revolutie in de bedrijfstak plaatsgehad. Doorlopend is gezocht naar slimmere machines. Mijn boek maakt duidelijk dat deze door iedereen verguisde sector een enorme innovatiekracht bezit. Kijk maar naar Rendac. Als procestechnicus heb ik veel waardering voor dat bedrijf.”

Vooroordelen over de sector

Toch bestaan er nog steeds vooroordelen over de sector, zegt Oudejans. Dode dieren hebben iets engs, het is blijkbaar een vervelend onderwerp. “Als ik op een feestje vertel dat ik een boek heb geschreven over de geschiedenis van kadaververwerking kijkt men mij vreemd aan. Dat laat ik langs me heenglijden. Ze moesten eens weten hoe boeiend deze bedrijfstak is. Hoe meer ik aan de weet kom over de dierlijke afvalverwerking, hoe meer respect ik krijg voor de mensen die hierin werkten en werken.”

De auteur hoopt dat haar boek leidt tot meer waardering voor de bedrijfstak. “Daar heeft de sector recht op. Deze bedrijfstak heeft een belangrijke taak om verspreiding van veeziekten te voorkomen. Je wilt niet weten wat er gebeurt als kadavers, zoals vroeger vaak gebeurde tijdens uitbraken van ziektes, in de grond zouden worden begraven. Deze sector voorkomt uitbraken van miltvuur, en geeft bovendien toegevoegde waarde aan een afvalproduct.”

Beheer
WP Admin