Boerin Aline Scheper-Dolfing - Foto: Hans Banus BoerenlevenAchtergrond

‘Mijn bedrijf is voor erbij, maar wel groot voor erbij’

Aline groeide op de boerderij van haar ouders op, waar ze leerde aanpakken. Ze ontwikkelde een drive om te ondernemen en heeft nu tien vrouwen in dienst op haar kinderdagverblijf.

Toen Aline zeven jaar geleden haar zoon verwachtte, stopte ze met haar baan in het basisonderwijs. Ze had tien jaar voor de klas gestaan. “Door de veranderingen was het niet leuk meer. Het werk werd prestatiegericht en erg schools. Met twee kinderen en een bedrijf thuis lukte het ook niet meer. Sowieso was ik toe aan iets anders, ik moet er niet aan denken dat ik 40 jaar op dezelfde plek zou moeten werken.”

Ondernemersbloed

Uit het loopbaantraject dat ze volgde, kwam dat ze ondernemersbloed had. Ze las over agrarische kinderopvang en nam contact op met de overkoepelende vereniging. Doordat de gemeente weinig ervaring had met kinderopvang in het agrarische gebied, duurde het even voor ze haar bedrijf kon starten. Maar in 2013 was het dan zo ver. En het gaat goed. In het nabijgelegen dorp Westerbork is maar één andere kinderopvang. Die is in de school gevestigd. Het is niet verbazingwekkend dat kinderen de boerderij als BSO verkiezen boven nog meer uren op school zijn. Zeker als vriendjes ‘op de boerderij’ zijn. “Dan willen ze ook.”

De kinderopvang is 62 uur per week open. “Daarom werken hier tien vrouwen, allemaal parttime. We staan meestal met twee of drie op een groep.” Aline haalt en brengt de kinderen vaak van school naar de BSO. Verder houdt ze zich vooral bezig met de bedrijfsvoering. “Voor de administratie heb ik iemand.”

‘Er zijn wel eens stagiaires die niet veel willen doen en weinig ambitie hebben, ik begrijp dat niet goed’

Ze is een aanpakker, dat kreeg ze van huis uit mee. “Ik ben slecht in stilzitten. Mijn moeder stond voor de klas en als mijn zus en ik eerder thuis waren, moesten we koken. We hielpen met alles, met de tuin, schilderwerk en op de boerderij. Mijn zoon kan ook al – onder begeleiding – een pannenkoek bakken. Er zijn wel eens stagiaires die niet veel willen doen en weinig ambitie hebben. Ik begrijp dat niet goed. Ze zijn dan zeventien jaar en kunnen geen raam zemen, dat hebben ze niet geleerd. Ik vind mijn werk juist hartstikke leuk en haal er veel voldoening uit. Ik heb constant ideeën.”

Beweeg over de iconen voor meer informatie. Tekst gaat verder onder foto.

Bedrijfsovername

Begin dit jaar nam ze met haar man het akkerbouw- en leghennenbedrijf van haar schoonouders over. “In het verleden heb ik meer meegeholpen met kippen vangen en eieren draaien, maar daar kom ik nu niet meer aan toe.”

Roel-Jan die de akkerbouw verzorgt terwijl zijn vader de leghennen op zich neemt, kent de kinderen. Regelmatig neemt hij een ouder kind mee op de shovel of trekker. “Hij denkt ook creatief mee met mijn bedrijf, zo maakte hij laatst een raam in de deur naar de kippen, zodat de kinderen de kippen kunnen zien. Laatst heeft hij geholpen met de modderdag. Hij legde een modderig kleed neer, waar de kinderen op konden spelen.”

‘Ik wil kleinschalig blijven, ik wil persoonlijk contact met de ouders kunnen houden’

Aline wou niet per se boerin worden. “Ik hou van ondernemen en ik hou van groeiende, groene planten, maar ik wist ook hoeveel werk een boerderij is.” Toen ze Roel-Jan in het dorp ontmoette, vond ze het toch prima om boerin te worden. “Ik geniet van de vrijheid van een eigen bedrijf. Het ene plan is nog niet af of het andere staat alweer in de steigers. Er staat nu een kleine uitbreiding gepland. Maar ik wil kleinschalig blijven, ik wil persoonlijk contact met de ouders kunnen houden.”

Doordeweeks heeft Aline veel te doen. “Dan wordt er constant iets gevraagd. Maar in het weekend heb ik wat meer tijd. De kippen leggen wel zeven dagen in de week eieren, dus mijn man verdeelt het werk op zondag met zijn broer en zijn vader, zodat hij ook eens vrij is.”

Tijd voor elkaar maken

In de winter heeft Roel-Jan wat meer tijd en als Aline dan tot zes uur werkt, zorgt hij voor de warme maaltijd. Ze maken ook tijd voor elkaar. “We willen allebei niet altijd alleen maar werken, we gaan ook regelmatig naar verjaardagen, het theater, of een concert.” Ook aan vakantie komen ze toe. “Natuurlijk. Anders houden we het niet vol. We gaan ieder jaar een week op wintersport en vroeg in de zomer een week naar het buitenland met het gezin. Tussendoor pakken we nog weekendjes weg met vrienden of familie.”

Doordat ze allebei een bedrijf hebben, hebben Aline en Roel-Jan wederzijds begrip voor elkaar. “Hij zegt wel eens dat ik ook niks had kunnen doen, maar hij begrijpt het wel en ziet ook dat ik er plezier in heb.” Ze lacht. “Mijn bedrijf is voor erbij. Maar het is wel groot voor erbij. Het is zo gelopen.”

Dit is een artikel in de Boerenleven-rubriek 'Boerin'. Meer verhalen uit deze rubriek vind je hier.

Beheer
WP Admin