Foto: Hans Prinsen BoerenlevenOpinie

‘Van productie naar consumptie’

Paulus Huigen neemt afscheid, de man die de achterkant van verstedelijkt Nederland bestudeerde.

Professor Paulus Huigen neemt deze week afscheid. Hij is professor in de Sociale Geografie, en hij is een tijdlang mijn baas geweest in Groningen. Hij is niet de enige die afscheid neemt, veel van mijn leeftijdsgenoten houden ermee op. Sommigen zitten echt op de pensioenleeftijd, veel anderen, zoals Huigen, vertrekken een jaartje eerder. Het kost ze wat inkomen en wat toekomstig pensioen, maar als de kinderen de deur uit zijn, en het huis afbetaald, is dat te overzien.

Veranderingen op het platteland

Huigen werkte oorspronkelijk bij de universiteit in Utrecht, en is in 1995 in Groningen benoemd. In Utrecht was hij een van de schrijvers van het rapport De achterkant van verstedelijkt Nederland. De positie en funktie van landelijke gebieden in de Nederlandse samenleving. Geschreven in 1989, in de tijd dat je functie nog met een ‘k’ schreef. Het was een van de eerste grote onderzoeken naar de veranderingen op het platteland, waarin de niet-agrarische ontwikkelingen op het platteland centraal stonden. Het ging over zaken als bereikbaarheid, over wonen en over de culturele verschillen tussen stad en platteland. Daarmee markeert het rapport een breuk in de naoorlogse geschiedenis. Voor het eerst werd duidelijk dat de traditionele, door landbouw gedomineerde plattelandssamenleving, bezig was te verdwijnen. Vanaf die tijd is dat besef stukje bij beetje doorgedrongen bij collega’s, bij ministeries en bij gewone mensen.

Dat ging niet van de ene dag op de andere. Jaren later kreeg ik van het ministerie van Landbouw de opdracht na te gaan waar het inkomen in kleine dorpen eigenlijk vandaan kwam. Het antwoord was dat zelfs daar 85% van het beschikbare inkomen niet uit de landbouw kwam, maar uit andere bronnen, vooral pendel en pensioenen.

Foto: Hans Prinsen

Foto: Hans Prinsen

Meer toerisme en recreatie op platteland

In de eerste jaren dat Huigen in Groningen werkte, heeft hij het idee dat het platteland veranderd was verder uitgewerkt. Zijn stelling was dat het platteland overging van een productieruimte in een consumptieruimte. Kort na de Tweede Wereldoorlog was het platteland er vooral om te produceren, landbouwproducten, turf of vis. Wonen was met dat produceren verbonden. In de tijd van Huigen werd vooral de functie van het platteland als consumptieruimte belangrijk. Er werd steeds meer gewoond door mensen die niet ter plaatse werkten, en die meer stedelijke ideeën meenamen. En toerisme en recreatie werd belangrijker, met nog meer invloed van buiten. En ten slotte is het op een afstandje consumeren van het platteland belangrijker geworden; de behoefte van mensen buiten het platteland om het platteland naar hun eigen, vaak romantische idee, in te richten. Met natuur, parklandschappen en wat al niet meer. Huigen had dat vroeg in de gaten, de samenleving mag hem daarvoor dankbaar zijn.

Beheer
WP Admin