<em>Foto: Misset</em> BoerenlevenAchtergrond

Melkcontrole in 1981

Vroeger wisten boeren uit ervaring dat wintermelk vetter was dan zomermelk. Maar hoeveel zomer- en wintermelk van elkaar verschilden, was echter gokken. En welke koe nou echt de hoogste gehaltes had, ook.

Dat maakte gerichte fokkerij lastig. Wie toe wilde naar een veestapel die economisch het meest opleverde, moest eigenlijk weten wat elke koe precies produceerde. Daarom werd begin vorige eeuw de melkcontrole in het leven geroepen.

Speciaal opgeleide monsternemers kwamen naar de boerderijen en verzamelden van elke koe een beetje melk. In het begin ging dat door emmers melk te wegen. Met een speciaal maatschepje namen ze vervolgens een beetje melk apart dat in de fabriek nader werd onderzocht op onder meer de vet- en eiwitgehaltes. Ook het celgetal werd bepaald.

Verbeterde melkkwaliteit en hoger inkomen

Meten is weten en de melkcontrole maakte veel duidelijk. Koeien die het op het oog aardig deden, bleken soms bijvoorbeeld torenhoge celgetallen te hebben. Door deze dieren af te voeren, of door iets aan het bedrijfsmanagement te doen, verbeterde de kwaliteit van de melk. De samenstelling van de melk bleek vervolgens heel gericht te sturen met behulp van aangepaste rantsoenen. Door verder te fokken met dieren die de hoogste vet- en eiwitgehaltes hadden, steeg ook het inkomen van de boer.

De foto is uit 1981 en nog steeds worden de meeste melkmonsters genomen door speciale monsternemers, al zijn er nu ook boeren die het zelf doen. Melkrobots hebben hiervoorspeciale apparatuur.


Foto: Misset

Beheer
WP Admin