Partner
Foto: Corteva Agriscience AkkerbouwPartner

Pak aaltjes in zetmeel- en consumptieaardappelen aan

Aaltjesbeheersing is in de teelt van aardappelen een grote uitdaging. Voor een goed plan van aanpak is het van belang te weten welke soorten aaltjes op perceelniveau spelen en hoe zwaar de besmetting is.

Aardappelcystenaaltjes (Globodera pallida en Globodera rostochiensis) komen met name in de zetmeelgebieden veel voor. Maar ook buiten dit teeltgebied zijn op zowel zandgronden als kleigronden besmettingen met deze cystenaaltjes waar te nemen.

Daarnaast zijn er steeds meer andere soorten aaltjes, zoals het wortellesieaaltje (Pratylenchus penetrans), vrijlevende aaltjes (Trichodorus ssp.) en wortelknobbelaaltjes (Meloidogyne chitwoodi, Meloidogyne fallax en Meloidogyne hapla). Met de huidige bouwplannen waarin akkerbouwers veel verschillende gewassen en groenbemesters telen (en dus waardplanten voor de verschillende aaltjes), komen ook vaker mengbesmettingen van aaltjes voor.

Plan van aanpak

Voor een goed plan van aanpak moet je eerst vaststellen welke soorten aaltjes er op perceelniveau spelen en hoe zwaar de besmetting is. Alleen recent bodemonderzoek kan deze vraag beantwoorden. Een rassenkeuzetoets is bij een besmetting met aardappelcystenaaltjes een goede eerste stap. Met het juiste ras op het juiste perceel is al veel vermeerdering te voorkomen.

Daarnaast kunnen telers granulaten als Vydate 10G inzetten om schade en vermeerdering te beperken. Bij een beperkte aaltjesbesmetting is 10 kg Vydate 10G in de rij vaak al voldoende.

Een volvelds dosering met 20 kg/ha Vydate 10G is meestal de beste keuze als er:

  • besmettingen zijn met wortelknobbelaaltje M. chitwoodi/fallax;
  • meerdere soorten aaltjes aanwezig zijn op het perceel;
  • hoge besmettingen worden vastgesteld;
  • sprake is van het doorgebroken G. pallida- of G. rostochiensis-aaltje.

Aaltjes zorgen voor forse daling zetmeelgehalte

In de afgelopen droge jaren is het zetmeelgehalte door aaltjesbesmettingen flink gedaald. Veel objecten in de proefvelden van kregen te maken met een malus op zetmeelgehalte. Alleen de volvelds doseringen haalden de minimale grens van 19%. De verschillen tussen de granulaten waren in het veld goed zichtbaar. Halverwege juni (zie foto hieronder) heeft de volvelds dosering van 20 kg Vydate 10G het veld al dicht. Uiteindelijk is deze snellere beginontwikkeling ook in de opbrengsten duidelijk terug te zien.

Proefveld in Oost-Nederland. Proef is uitgevoerd door HLB. De aardappelen in het Vydate-object (tussen de twee rode strepen) zijn duidelijk verder ontwikkeld. - Foto: Corteva Agriscience

Proefveld in Oost-Nederland. Proef is uitgevoerd door HLB. De aardappelen in het Vydate-object (tussen de twee rode strepen) zijn duidelijk verder ontwikkeld. – Foto: Corteva Agriscience

In de grafiek zijn de financiële resultaten van dit proefveld per object per hectare weergegeven. De opbrengsten liggen wel lager dan gemiddeld door de droogte.

Pak aaltjes in zetmeel- en consumptieaardappelen aan


Lees meer informatie over aaltjes

Luizenwerking van granulaten

In 2020 is onderzoek gedaan naar de luiswerking van de twee beschikbare granulaten. Het onderzoek is uitgevoerd door Proeftuin Zwaagdijk. Na opkomst werd wekelijks het aantal luizen per 25 samengestelde bladeren geteld. Hieronder ziet u de resultaten. De opkomstdatum was 5 juni.

De conclusie die is af te leiden uit de tabel is dat beide granulaten een vertraging van de luisontwikkeling geven. Vydate 10G heeft de beste werking. In 2020 heeft PPO Lelystad een soortgelijke kasproef uitgevoerd. Hieruit kwamen vergelijkbare resultaten. - Tabel: Corteva Agriscience

De conclusie die is af te leiden uit de tabel is dat beide granulaten een vertraging van de luisontwikkeling geven. Vydate 10G heeft de beste werking. In 2020 heeft PPO Lelystad een soortgelijke kasproef uitgevoerd. Hieruit kwamen vergelijkbare resultaten. – Tabel: Corteva Agriscience

Milde winter, meer coloradokevers

Mede dankzij de milde winters van de afgelopen jaren, verschijnen coloradokevers duidelijk eerder. In onze aaltjesproeven zien we een duidelijk verschil in de werking van de granulaten tegen coloradokevers. Mede vanwege de systemische werking zien we een sterk (neven)effect van Vydate 10G. Bij de met Vydate 10G behandelde objecten (zowel in de 20 kg volvelds als de 10 kg in de rij) kon de eerste bespuiting tegen de coloradokever worden uitgesteld. Bij de andere objecten moest wel al vroeg worden ingegrepen.

Pak aaltjes in zetmeel- en consumptieaardappelen aan


Nevenwerking tegen ritnaalden

Uit diverse proefvelden blijkt dat de huidige granulaten onvoldoende antwoord geven op ritnaaldenschade. Zowel Vydate 10G als het andere granulaat hebben alleen een nevenwerking tegen ritnaalden. Deze nevenwerkingen ontlopen elkaar niet veel. Vanuit de praktijk horen wij dat beide soorten granulaten niet het resultaat geven wat Mocap deed in het verleden. Maar bedenk dat bij hoge druk van ritnaalden ook Mocap niet het gewenste resultaat gaf tot aan de oogst.

Dit zijn de voordelen van Vydate:

  • Betere bestrijding van aaltjes en een betere nevenwerking tegen coloradokevers en luizen.
  • Meer bedrijfszekerheid, want Vydate is ook werkzaam onder drogere omstandigheden door de betere oplosbaarheid.
Beheer
WP Admin