Foto: Bert Jansen AkkerbouwNieuws

Extra mineralen of sporenelementen hebben weinig nut

Gebruik van vloeibare PK-meststoffen in de zaaivoor bij suikerbieten levert geen hogere opbrengst of kwaliteit van de bieten. Dat blijkt uit meerjarig onderzoek door IRS.

In gewassen zoals cichorei zijn wel opbrengst verhogende effecten van zaaivoortoepassing gevonden en wordt het gebruik daarvan dan ook geadviseerd.

In de praktijk passen telers voor bieten vaak een mix van sporenelementen toe. IRS-onderzoek wijst uit dat toepassing op percelen zonder aantoonbare tekorten zelden rendabel is. Alleen op 2 kleipercelen tendeerde een mix van vooral sporenelementen naar een wat grotere opbrengst. Op zandgrond zijn geen betere resultaten gehaald.

Mangaan en borium belangrijk in bietenteelt

Uit cijfers van het teeltregistratieprogramma Unitip van Suiker Unie blijkt dat ondanks de magere resultaten vrij veel vloeibare meststoffen gebruikt worden. In 2018 is op 18% van het bietenareaal een of meerdere bespuitingen Brassitel Pro toegepast, dit is een mengsel van mineralen en sporenelementen. Op zandgrond is dit op vrij grote schaal gebruikt, terwijl uit onafhankelijk onderzoek blijkt dat dit geen hogere suikeropbrengst oplevert.

Voor suikerbieten zijn volgens het IRS vooral mangaan en borium belangrijk. Mangaangebrek speelt met name op kalkrijke kleigronden en zandgronden met hoge pH. Een tekort kan met een of meerdere bespuitingen worden voorkomen.

Borium speelt voornamelijk op lichte grond. Boriumgebrek kan worden voorkomen door preventief 400 tot 500 gram borium per hectare te spuiten. Rondom zaaien is daarvoor het beste tijdstip.

Beheer
WP Admin