Uiensector mikt op Vlissingen als exporthaven

De uienhandel oriënteert zich op Vlissingen als exporthaven. Een minimale verdubbeling van het aantal uien dat in Vlissingen het land verlaat, zorgt volgens de initiatiefnemers voor een efficiëntere logistiek en meer handelsmogelijkheden.

Het Comité Uienhandel Nederland en logistieke platform Zeeland Connect hielden woensdagavond een bijeenkomst voor wie met uienlogistiek te maken heeft. Vlissingen wordt vanwege de nabijheid door de uiensector al gebruikt, maar het voornemen om de handel via dat punt te verdubbelen, is nu op tafel gelegd.

Sneller lossen in haven Vlissingen

Veel uien gaan in Antwerpen en Rotterdam te water. Dat zorgt voor veel vervoer op de weg en de drukte bij die havens kost tijd. Een vrachtwagen van een Zeeuwse verwerker kan met een halfuur terug zijn als de vracht in de provincie kan worden gelost, stellen ervaringsdeskundigen. Vervoersbedrijven kunnen zo ook sneller werken en sorteerders hebben hun magazijn eerder leeg.

Aanbod trekt rederijen aan, wat een sneeuwbaleffect kan hebben.

Plan is geen bedreiging voor vervoerders

Het plan doet, zeker bij vervoerders, stof opwaaien. Ze vrezen voor hun handel. Niet nodig, zegt Gijsbrecht Gunter van het Comité Uienhandel. “Export via Vlissingen kan leiden tot meer handel en dus ook meer vrachten. Landen als Costa Rica en Colombia varen veel op Vlissingen. Dat zijn precies landen waar wij met de uien nog geen toegang hebben. Hoe mooi zou het zijn als wij die lege banendozen kunnen vullen met uien?”

Drie groeifactoren haven Vlissingen

Dat de potentie van Vlissingen als uienhaven juist nu komt bovendrijven, komt door drie groeifactoren:

– de groeiende uienexport;

– toenemend gebruik van geconditioneerd vervoer in containers;

– de bedrijven die zich conformeren aan de haven in Vlissingen door er bijvoorbeeld een containerterminal te bouwen.

Gunter: “Logistiek is een belangrijke pijler onder de wereld uienexport. Dit alternatief draagt bij aan de concurrerende positie van Nederland. Daar profiteert de hele sector van.”