De temperatuurproef van projectgroep Ui'tmuntend wordt uitvoerig beoordeeld. Jaap Jonker, vijfde van links: "We zien geen verschil in kwaliteit."<br /><em>Foto: Peter Roek</em> AkkerbouwNieuws

Weinig verschillen in temperatuurproef uien

Wat kwaliteit betreft maakt het geen verschil of uien op 20 of 32 graden worden gedroogd. Dat blijkt uit de bewaarproef van de projectgroep Ui’tmuntend; een groep akkerbouwers in Flevoland die streeft naar de combinatie van hoge kwaliteit uien met een goede opbrengst.

Het effect op koprot kon niet worden aangetoond, wegens het uitblijven van de schimmelziekte in deze partijen.

De telers van de projectgroep hebben samen 3 ton uien gedoneerd voor deze proef, zowel rode als gele. De uien zijn deze woensdag verwerkt en beoordeeld bij Monie Nieuwdorp, die zelf ook uien leverde voor de proef, en Wiskerke Onions (initiator van de projectgroep).

‘Hoog opstoken geen nadelig effect op kwaliteit’

Verschillende theorieën staven het principe dat de botrytisschimmel wordt geremd door een temperatuur boven de 30 graden. Het primaire doel van de proef was dat te ontdekken. “Voor de proef is het jammer dan koprot niet voorkwam, maar voor de telers en de uiensector is dat heel positief”, zegt Jaap Jonker van zaadfirma De Groot en Slot, eveneens initiator van de projectgroep.

De beoordelaars, voornamelijk het verkoopteam van De Groot en Slot, hebben de kwaliteit van de uien uitvoerig vergeleken. “Het idee bestaat dat een hoge temperatuur leidt tot watervellen en sneller kaal vallen van de uien. Dat hebben we echter niet gezien en dat is heel prettig. Hoog opstoken heeft dus geen nadelig effect op de kwaliteit.”

Vervolgproef

Het financiële aspect van bewaren op 32 graden is dit seizoen nog niet aan de orde gekomen, maar is zeker een wens van de projectgroep. Jonker: “Wij denken dat het gasverbruik aan het eind van de rit ongeveer hetzelfde is, maar dat moeten we meten. We zijn absoluut voorstander van een vervolgproef. Verwerkers Monie en Wiskerke ook.”

Beheer
WP Admin