AkkerbouwNieuws

Gangbare bodem versus biologische bodem

Terwijl de gangbare landbouw de bodem benadert als een atleet die topprestaties moet leveren, werkt biologische landbouw aan een bodem in balans. Dat bleek op de debatavond over de landbouw met het thema bodem in het Belgische Hoegaarden.

Niet de planten, maar de bodem moet je voeden. Dat stelt bioboer Tom Troonbeeckx, daarin gesterkt door de documentaire Bodemboeren die aan het begin van de debatavond van Jeugdhuis ’t Paenhuys werd bekeken.

“Als je de bodem verarmt door topopbrengsten van het veld te halen, dan moet je ook iets teruggeven”, luidt de andere visie. Deze is van gangbare akkerbouwer Michel Hendrickx. Geen gemakkelijke opdracht, want de beschikbaarheid van stalmest en compost is een probleem en de mestwetgeving stuurt richting kunstmest.

Groeiende wereldbevolking

In het panelgesprek maakte Hendrickx duidelijk dat de bodem het hoogste goed is op zijn bedrijf. Zijn credo is dat landbouwers het maximale uit hun grond moeten halen, gelet op de groeiende wereldbevolking die moet worden gevoed.

Hendrickx constateert dat de opbrengsten op zijn bedrijf jaar na jaar stijgen, waarin hij een bewijs ziet voor een topconditie van zijn bodem. Om zijn percelen zo vruchtbaar te houden, bemest hij zoveel hij kan met stalmest. Helaas is stalmest amper beschikbaar in een regio met vooral akkerbouw. De meeste rundveehouders hebben zelf grond genoeg, zodat ze amper stalmest afvoeren. Compost is ook te weinig beschikbaar. “Kunstmest hoort er dus bij en heeft als voordeel dat de stikstof snel vrijkomt. Het risico op nitraatuitspoeling is kleiner.”

‘Niet productie, maar verdeling van voedsel is probleem’

Biologische groenten

Voor Troonbeeckx hoort kunstmest er niet bij, omdat hij groenten biologisch produceert. Van het maximale uit de grond halen, wil hij niet weten. Voor de wereldwijde voedselvoorziening is dat volgens de bioboer niet nodig, omdat niet de productie maar de verdeling van voedsel het probleem is. De bodem in topconditie waarnaar de gangbare akkerbouwer verwees, is niet hetzelfde als de bodem in balans die Troonbeeckx nastreeft. Hij vergelijkt met sport om dat duidelijk te maken: “Atleten zijn niet de gezondste mensen. Ze lopen de snelste sprint, maar zij blijven niet het langste lopen.”

Uitgeputte bodem

Dat de gangbare landbouw de bodem uitput door maximale opbrengsten na te streven, laat Annie Demeyere van het Departement Landbouw en Visserij niet zomaar zeggen. “Ook in de gangbare landbouw draait het om behoud van bodemvruchtbaarheid en niet om het ‘uitmijnen’ van de bodem. De graanopbrengsten die gestegen zijn van 7 naar 10 ton zijn vooral een gevolg van betere variëteiten, niet van intensiever telen. Integendeel: voor 7 ton opbrengst werd de tarwe in de jaren ’80 viermaal gespoten en met 250 eenheden stikstof gevoed. Dat doet nu niemand nog.”

Organische stof

Nog volgens Demeyere stuurt het beleid landbouwers naar meer organische stof in de bodem. Snel resultaat mag je daar niet van verwachten. “Koolstof opslaan in de bodem is een werk van lange adem. Voor snel resultaat heb je grote hoeveelheden compost en stalmest nodig. Door de strengere bemestingsnormen uit het vijfde mestactieplan is dat wettelijk zelfs niet mogelijk.”

Beheer
WP Admin