‘Opzet rassenonderzoek bieten achterhaald’

Zeijen – Vanwege hoge stemphyliumdruk zijn gevoelige bietenrassen niet vrij te houden van bladvlekken. Daar lopen DLV-Plant-adviseurs in het Noordoostelijk zand- en dalgebied tegenaan.

De adviseurs vinden het een gemis dat in het officiële Nederlandse rassenonderzoek geen aandacht is voor de gevoeligheid van de rassen voor bladziekten.

Minder geschikt

Adviseurs Roelof Naber en Harm de Boer weten uit ervaring dat sommige rassen vanwege hun gevoeligheid opbrengst laten liggen en daarom minder geschikt zijn voor de teelt in dit gebied.

Om hun klanten toch goed te kunnen adviseren in de rassenkeuze startte DLV Plant vorig jaar met een demo om rassen te vergelijken. De verschillen tussen de rassen waren zo groot dat dit jaar op Vernieuwingsbedrijf ‘Op de Es’ in Zeijen (Drente) een proef is aangelegd om ook statistisch betrouwbare informatie over de ziektegevoeligheid van de Nederlandse bietenrassen te krijgen.

Duidelijke rassenverschillen in proefveld

Zowel met als zonder ziektebestrijding zijn er op het proefveld duidelijke rasverschillen te zien. Voordat DLV Plant met concrete cijfers komt, willen ze eerst proefrooiingen doen om de suikeropbrengst en daarmee het rendement van de rassen te bepalen.

Geen meerwaarde

Volgens onderzoeker Noud van Swaaij van bieteninstituut IRS heeft het meenemen van rasgevoeligheid voor bladziekten in het reguliere rassenonderzoek geen meerwaarde omdat het geen voorspellende waarde heeft. “In de rassenproeven zien we dat alle rassen aangetast worden en ook dat de ernst per ras en per locatie verschilt. De resultaten zijn echter niet consistent over alle proeven en alle jaren zodat we daar geen ras volgorde aan kunnen koppelen.”