NAK: minder erwinia in S-klasse pootgoed

Swifterbant – Het aantal latente besmettingen met Erwinia daalt in de S-klasse van pootaardappelen. De keuringsdienst NAK vond in 22,1 procent van de monsters van oogst 2014 een latente besmetting. Vorig jaar was dat 24,3 procent. Bij de oogst van 2012 was 39,2 procent van de monsters latent besmet.

De NAK controleert vanaf oogst 2012 de S-klasse op drie Erwinia-stammen: Dickeya spp, Pectobacterium carotovorum subs. atrosepticum (Pca) en Pectobacterium carotovorum subs.  wasabiae (Pcw). De piek in 2012 werd veroorzaakt door het weer, zei Jaap Haak, coördinator keuringen bij de NAK, in Swifterbant op de eerste in een serie telersvergaderingen. “Er werd onder natte omstandigheden gerooid. Daardoor is meer Pcw verspreid.”

De besmettingen met Pca en Dickeya zijn constant gebleven in de drie jaar van het onderzoek. De NAK vond minder latente besmettingen met Pcw in de S-klasse.

Het onderzoek is van belang, vindt Haak. “Er zit een groot verband tussen de uitslag van de laboratoriumtoets en de kwaliteit van het pootgoed in het daaropvolgende jaar. S-pootgoed dat in 2013 latent besmet bleek, had een drie keer grotere kans op een klasseverlaging in de veldkeuring van 2014 dan onbesmet pootgoed.”

De NAK heeft de S-klasse in 2014 ook onderzocht op de nieuwe Erwiniastam Pectobacterium carotovorum subs. brasiliense (Pcb). Van alle monsters bleek 54 procent latent besmet. Toch neemt de NAK Pcb uitslag niet mee in het risicogericht keuren in de veldkeuring 2015, zei Haak in Swifterbant. “We weten namelijk niet in hoeverre een latente besmetting met Pcb leidt tot infecties in het veld. Van de andere drie stammen weten we dat dat wel zo is.”