AkkerbouwNieuws

ING: opmars uienteelt risico voor prijs

Amsterdam – De opmars van de uienteelt is een risico voor de prijsvorming. Dat constateert het economisch bureau van ING in de sectorvisie uien. Nieuwe afzetmarkten zijn het antwoord.

Het gaat bijzonder goed met de Nederlandse uienketen, neemt ING waar. De sector is stabieler dan ooit en het areaal is met ruim 30.000 hectare nooit zo groot geweest. Dankzij de combinatie van wereldwijd de hoogste hectare-opbrengsten bij de laagste kosten voor teelt, verwerking en transport is Nederland leidend in de export.

Dit maakt de ui tot een steeds belangrijker akkerbouwproduct, voor 2014 neemt het gewas bijna 6 procent in van het akkerbouwareaal. Het aantal uientelers stijgt, terwijl het aantal akkerbouwers afneemt. Voor dit seizoen geldt een plus van 20 procent voor plantuien en 2 procent meer zaaiuien.

Dat gaat gepaard met een risico, voorspelt de bank. “Door het aanbod dat dit seizoen wordt verwacht, kunnen de prijzen normaal gesproken nooit zo hoog zijn als de voorgaande twee jaren. Dat drukt mogelijk de rendementen, maar biedt wel een verdere stimulans voor exportgroei naar meer afzetgebieden.”

Niet alleen in Nederland worden steeds meer uien geteeld; ook in omliggende landen willen akkerbouwers profiteren van de hoge prijzen. Daarbij neemt de zelfvoorziening in bijvoorbeeld Afrikaanse landen toe. Daarvoor moeten nieuwe afzetbestemmingen worden gevonden.

Dit vraagt ook om kwaliteitsgaranties, want door het steeds extremere weer – en daarmee vochtiger omstandigheden – neemt het risico op problemen toe. De schimmelziekte koprot is nu al vaak een groot probleem. Het leidt tot imagoschade aan de sector. Het minimaliseren daarvan is een uitdaging voor de hele keten. Dat vraagt om kwaliteitsverhogende innovaties, schetst ING, zoals sorteermachines die in de ui kunnen kijken.

Ook voor telers is hier nog een slag te maken: “Telers focussen zich nog te vaak op maximalisatie van het aantal kilo’s in plaats van op kwaliteit.”

Beheer
WP Admin