Genetische blauwdruk tarwe onthuld

Parijs – Het International Wheat Genome Sequencing Consortium (IWGSC) heeft voor het eerst de genenstructuur van gewone tarwe in kaart gebracht. Met de informatie kunnen veredelaars volgens het IWGSC, een internationale groep onderzoekers van universiteiten en bedrijven, grote stappen zetten. Gewone tarwe, geschikt om brood van te bakken, is met mais het belangrijkste voedingsgewas wereldwijd.

Het onderzoek is gepubliceerd in het toonaangevende wetenschappelijke tijdschrift Science. In totaal schreven 100 auteurs uit 15 verschillende landen mee aan het onderzoek. Onder de partijen zijn onder meer de University of California in Davis, het Franse agrarisch onderzoeksinstituut INRA en Murdoch University in Australië en de bedrijven Syngenta en Bayer CropScience.

De wetenschappers schatten dat gewone tarwe meer dan 124.000 genen telt en dat haar genoom of genenbestand 40 keer groter is dan rijst en 7 keer groter dan mais. Zowel het genoom van rijst als mais is al eerder ontward. Volgens Frédéric Choulet van INRA is tarweveredeling cruciaal om de groeiende wereldbevolking te blijven voeden. Een derde van de wereld zou tarwe als hoofdbestanddeel van het dieet eten.

Tarwe kan door het onderzoek zo worden veredeld dat het ziekten en plagen beter kan weerstaan. Ook zou tarwe beter geschikt gemaakt kunnen worden om droogte te weerstaan. Tarwe wordt onder meer geteeld in Noord-Afrika en het Midden-Oosten waar een tekort aan water regelmatig voorkomt. Ten slotte kan de opbrengst worden verhoogd, waarbij het consortium opmerkt dat dit geen sinecure is gezien de groeiende vraag naar voedsel maar ook de teruglopende beschikbaarheid van kunstmest.

Wetenschappers uit het Verenigd Koninkrijk claimden in 2012 het genenbestand van tarwe goeddeels in kaart te hebben gebracht, maar ze waren toen niet in staat genen direct aan chromosomen toe te wijzen. Nu is dat wel het geval voor 75.000 genen. Het betreft ook de eerste veelomvattende studie naar de grootste van de 21 chromosomen die tarwe telt. Het consortium is in 2005 opgericht.