Biodiesel uit koolzaad kost meestal energie

Enschede – De productie van biodiesel uit koolzaad kost in veel delen van Europa meer energie dan het oplevert.

Dat blijkt uit een studie van de Universiteit Twente. In ruim een derde van de gebieden die in theorie geschikt zijn voor koolzaadteelt kan alleen met energieverlies biobrandstof uit koolzaad worden geproduceerd.

Doordat bij de teelt van koolzaad veel fossiele brandstoffen en kunstmest worden gebruikt, is het verbouwen van koolzaad niet energie-efficiënt.  Zonder kunstmest is de opbrengst te laag, waardoor het koolzaad ook te weinig energie oplevert. Daarnaast blijkt dat de meest gunstige gebieden voor het verbouwen van koolzaad als energiegewas, precies die gebieden zijn die van belang zijn voor voedselproductie.

Universiteit Twente drukte de energie-efficiëntie van biodiesel uit koolzaad uit op basis van de verwachte opbrengst afgeleid van de geschiktheid van gebieden voor koolzaadteelt. In Europa blijkt de energie-inhoud van biodiesel op basis van koolzaad 2,2 maal hoger is dan de energie-input. Die energie is nodig voor onder meer kunstmest, gewasbescherming en brandstof voor landbouwmachines en transport. Een waarde van 3 of hoger wordt pas gezien als werkbare optie.

De gebieden waar met de hoogste efficiëntie koolzaad verbouwd kan worden zijn belangrijke gebieden voor voedselproductie. Een groot gedeelte van het gebied geschikt voor koolzaadteelt in Italië wordt bijvoorbeeld gebruikt voor de productie van risottorijst en in Duitsland gebruiken ze de gebieden met relatief hoge energie-efficiëntiewaarden voor koolzaadproductie om tarwe en suikerbiet te verbouwen.

Toch ziet onderzoeker Iris van Duren kansen voor biodiesel uit koolzaad en de bijdrage ervan aan een duurzamer Europa. Ze pleit ervoor om het regionaal te bekijken. In gebieden met kleiige bodems of lössgrond, zoals in Nederland bijvoorbeeld in Noordoost-Groningen of Limburg, kan de teelt van koolzaad volgens haar wél gunstig zijn. “De energie-input van koolzaad is in het algemeen weliswaar groot, maar de teelt kan op kleine schaal onder gunstige omstandigheden of als onderdeel van gewasrotatie wel een goede keuze zijn.”