Bodemdag Rusthoeve, nat maar druk bezocht

De bodemvruchtbaarheid was een belangrijk programmaonderdeel van de bodendag. Hier geeft Delphy-adviseur Nelis van der Bok in een profielkuil informatie over genomen bodemmonsters en hoe die te interpreteren. - Foto's: Anton Dingemanse

Naast de bodemsamenstelling is zeker ook het bodemleven van belang voor de bodemvruchtbaarheid. Een bodembewoner die een belangrijke bijdrage levert is de pendelaar, een platstaartworm die tot wel 150 centimeter diep verticale gangen maakt en zo zorgt voor een snellere afvoer van water in de bodem.

Op een van de infoborden is schematisch het gedrag van verschillende wormen aangegeven. Geheel rechts de pendelaar die duidelijk heel diep gaat.

Een manier om de bodemvruchtbaarheid te verbeteren is het toepassen van groenbemesters. Hier krijgt een groep informatie bij een van de groenbemesterdemo`s over de meerwaarde voor het volggewas en de waardplantstatus van de verschillende groenbemesters.

De bladmassa boven de grond is eigenlijk van minder belang dan de worteling en die kan binnen een soort al flink variëren. Rechts de wortel van een gewone rammenas en links de wortel van tillage rammenas.

Terwijl tillage rammenas door de penwortel de grond wegdrukt en zo een gat laat ontstaan wordt de bodem bij grassen juist fijn dooradert en, zoals deze Engels raai plus laat zien, ook redelijk diep.

Er waren geen demo`s groenbemester onderwerken maar wel werden er een tiental werktuigen, waaronder hakselaars en bouwvoorlichters, besproken. Hier bespreekt CZAV-adviseur Lein de Visser stoppelploeg die weer terug komt van bijna weggeweest.

Een interessant onderdeel van de bodemdag was de vaststelling van het brandstofverbruik onder verschillende omstandigheden tijdens het ploegen. Voorop de trekker 2 kolommen met brandstof. Eerst wordt geploegd met hoge bandenspanning en onjuiste treklijninstelling. Daarna met lage bandenspanning en uiteindelijk met juiste treklijninstelling.

Door de overvloedige regen was de grond doorweekt en dat bracht nog een ander aspect naar voren. Van te voren was onder droge omstandigheden de afstand gemeten tot een kolom leeg was. Nu, door de nattigheid was de kolom al leeg op ongeveer twee derde van de gemeten afstand. Hier worden, de banden op een lagere druk gezet voor de vervolgtest. Dat het ploegen onder deze omstandigheden niet slipvrij ging laat de band ook zien.

Na het ploegen op lage spanning is het verschil tussen hoge en lage bandenspanning duidelijk te zien en dan gaat het hier nog om enkele tientallen meters. Hierna werd de treklijn goed ingesteld en dat leverde uiteraard nog meer besparing op.

Als extra is ook nog de bodemverdichting in het bandenspoor gemeten en in de onbereden grond. Ook hier was het verschil groter dan wanneer onder droge omstandigheden geploegd zou worden.

Voor aanvang van de rondleidingen gaf Leve(n) de bodem middels PowerPoint een presentatie van hun onderzoeken. Opvallend is dat het opbrengstniveau van aardappel bij toepassen van varkensdrijfmest duidelijk hoger ligt dan dat van andere meststoffen, terwijl deze toepassing in wintertarwe nauwelijks verschil maakte met andere meststoffen.