Foto: Anton Dingemanse AkkerbouwFoto

Vlas voor de regen binnen

Voor de volgende buien zich weer aandienen worden de laatste percelen vlas geperst. De rollen worden naar vlasverwerker Van de Bilt Zaden en Vlas in Sluiskil gebracht. De opbrengsten zijn matig.

Voor het vlas wordt geperst, wordt eerst een monster genomen van twee vierkante meter, om te kijken of het vlas lang genoeg heeft geroot. Dit zijn monsters van twee verschillende percelen, niet van dit perceel. Het bovenste, bruinige, monster is net aan voldoende geroot. Het onderste monster is beter geroot en geeft daardoor een betere vezelkwaliteit.

Vlas voor Van de Bilt wordt tijdens het plukken gedorst om het zaad zeker te stellen. Dat in tegenstelling tot meer traditionele methodes waarbij de zaadbolletjes worden verwijderd tijdens het plukken, of pas nadat het vlas van het veld is gehaald tijdens de bewerking op een vlasbedrijf. Een deel verlies is er altijd wel, hier te zien aan het gekiemde zaad tussen de zwaden.

Deze vracht is vol en wordt door de chauffeur gezekerd en afgesloten, om veilig de weg op te gaan.

Inmiddels is een vrachtcombinatie gearriveerd, waarin de balen drie hoog worden geladen en naar een centraal opslagdepot worden gebracht.

Om de balen te kunnen laden, worden ze eerst gekanteld en duo gestapeld.

De Bruijne perst met drie perscombinaties en soms laat de techniek het afweten. Door een slecht werkende dynamo wordt de accu niet bijgeladen. De accustroom is nodig om het bindtouw af te snijden. De lege accu wordt hier vervangen door een volle die voldoende stroom levert om het perceel af te maken. De zorg voor de dynamo komt later wel, nu doorgaan.

Van dit perceel komt 4,5 ton vlasvezel per hectare. Het percentage lange vezel wordt geschat op 20%. Er blijft na verwerking dus ongeveer 900 kilo vezel over. Daarbij werd hier 900 kilo zaad gedorst. Een normaal groeiseizoen levert 6 tot 7 ton vezelvlas, met een kwaliteitspercentage tussen de 18 en 22 en een zaadopbrengst tussen de 1.100 en 1.200 kilo per hectare.

Dan wordt er nog eens een paar keer flink aan getrokken. De trekweerstand en de lengte van het vlas zijn bepalend of het vlas wordt binnengehaald. Is het percentage lange vezel in het bruto product lager dan 14%, dan kom je volgens De Bruijne op een kantelpunt of het wel of niet rendabel is om te oogsten.

Om te bepalen of het geroote vlas van voldoende kwaliteit is, wordt hier door teeltadviseur Meeuw de Bruijne steekproefsgewijs een aantal stengels handmatig gezwingeld, om de houtachtige delen te verwijderen. Zo blijft alleen de vezel over.

Op een perceel in Biezelinge op Zuid-Beveland wordt door loonbedrijf De Bruijne uit het Zeeuwse Kats het vlas van akkerbouwbedrijf Wisse-Nijssen geperst. - Foto's: Anton Dingemanse

Het vlas op dit perceel, met een gemiddelde lengte van 75 centimeter, hoort nog tot de betere percelen dit jaar. Een lengte van 90 centimeter wordt normaal geacht. Door de droogte in de vlasregio bij uitstek, Zeeuws-Vlaanderen, zijn daar percelen met een dermate lage kwaliteit vezel dat het niet loont om de vezels te persen en transporteren. Het zaad van deze percelen is wel geoogst.

Wisse-Nijssen is al met de vervolgbewerkingen begonnen. Hij zaait hier gele mosterd. Volgend jaar worden hier suikerbieten geteeld.

Beheer
WP Admin