Schaarse droge momenten pakken in late bonenoogst

De machine links is meer aangepast. Alle aanpassingen zijn blauw. De vernieuwde opvoer naar de tank is wel het meest in het oog springend onderdeel.

De bonen worden gedorst met getrokken dorsmachines die in de VS zijn ontwikkeld voor de pinda-oogst. De machines zijn met enige aanpassing prima geschikt voor de oogst van bruine bonen. Deze Colombo Double Master IV is nog nauwelijks aangepast.

Loonbedrijf van Weesemael in Nieuw-Namen op Zeeuws-Vlaanderen dorst hier met twee dorscombinaties bonen voor bonenbedrijf Termont & Thomaes in Biervliet (Zld.). -Foto's: Anton Dingemanse

En snel weer verder met dorsen. De chauffeurs moeten nog zo'n 70 hectare dorsen en het weer lijkt om te slaan.

De bonen komen vrijwel meteen in de dorstrommel, waar een vijzel de bonen uit de peulen dorst.

Op de vijzelrand staan nokken waarmee het dorsen is te beïnvloeden. Evenwijdig met de rand bij net rijp product en een haakse stand bij een goed rijp en droog product.

Door de gaten in de dorstrommel vallen de bonen en fijne tarra op de schudzeven van het reinigingssysteem.

De bonen worden voor het dorsen in de vroege morgen iets onder het maaiveld losgemaaid en op zwad gelegd om nog wat te drogen. De bonen gaan via de pick-up de dorsmachine in. De geleiding (blauw) vooraan en opzij is ook een aanpassing om verlies bij de bonenoogst te voorkomen.

Als het zo uitkomt, geven chauffeurs elkaar aanwijzingen om een container goed af te vullen. Loonwerker Jean-Pierre van Weesemael coördineert hier het afvullen van een container.

Beide machines lossen hier tegelijkertijd de tanks in de net gearriveerde container.

Wat achterblijft op het veld zijn goed leeggedorste peulen, met hooguit een enkele boon.

Dat laat het gedorste product ook zien. Ook is duidelijk dat de bonen goed rijp zijn. Bij vroege oogsten is een deel van de bonen vaak nog wit. Binnen een dag kleuren de witte bonen bruin.

Tijdens he opvoeren komen de bonen via windreiniging in de tank terecht. Dit opvoersysteem is ook een aanpassing. Het zorgt er voor dat onder alle omstandigheden een tarravrij product in de tank komt.

Aan het eind van het zeefsysteem vallen de bonen door de laatste zeef op de opvoerband.