Strengere spuitregels vragen aangepaste techniek

Op Agrarisch Innovatie en Kenniscentrum Rusthoeve in Colijnsplaat organiseerde Schoon Water Zeeland een bijeenkomst met als thema Spuittechniek en schoon water. Luc Remijn van Delphy bracht onder andere regelgeving, spuitdoppen, spuitmethoden, reiniging spuit en verwerking van rest vloeistof ter sprake. Hier geeft Remijn uitleg bij een Wingssprayer, ter beschikking gesteld door Weststrate Mechanisatie uit Krabbendijke.

Foto's: Anton Dingemanse

Het ziet ernaar uit dat in 2016 de verplichting ingaat dat niet alleen de perceelranden waarop geteeld wordt driftarm moeten worden gespoten, maar dat het gehele veld minimaal 75% driftarm moet worden gespoten. Dit houdt in dat de druppelgrootte grover wordt, met als gevolg dat onder meer het risico van afrollen groter wordt. Bij de hier getoonde luchtvloeistofdop kan dat risico kleiner zijn, omdat lucht in de druppel wordt gebracht, waardoor die beter uit elkaar valt bij het raken van een oppervlak.

Een overzicht van de spuitbeelden die verschillende gangbare doppen laten zien bij 75% driftreductie. De spuitdruk is verschillend bij eenzelfde vloeistofvolume. Onderaan het spuitbeeld klassiek gespoten.

Van de doppen die 75% reductie opleveren, beschouwen Delphy en Schoon Water Zeeland deze Lechler IDKT als een goede algemene keus.

Om een indruk te krijgen van stoffen die in oppervlaktewater worden aangetroffen, wordt in Zeeland boven de Westerschelde vanaf 2009 op 10 meetpunten de waarden gemeten. Dankzij de technologische ontwikkeling en daardoor steeds geavanceerdere meettechnieken is een duidelijke toename van aangetroffen middelen te zien. Dit houdt niet in dat er ook meer stoffen in het water voorkomen, maar dat eerder niet alle stoffen detecteerbaar waren. Uit de grafiek valt wel op te maken dat van de in 2009 aangetroffen stoffen het volume eerder is afgenomen dan toegenomen.

Het in- en uitwendig reinigen van de veldspuit kreeg ook aandacht. Nieuwe veldspuiten zijn tegenwoordig uitgerust met een wasprogramma en voor oudere veldspuiten zijn inwendige wasinstallaties beschikbaar. Het waswater over het gespoten perceel uitrijden, staat met stip op nummer 1. Het uitwendig reinigen is een heel ander verhaal. Vanuit het buitenland zijn systemen bekend om de spuit uitwendig op het perceel te reinigen. In Nederland wordt bij voorkeur op een wasplaats gereinigd. Hier geeft Luc Remijn uitleg bij de dubbelwandige opvangtank van de phytobak die geïnstalleerd is bij de al langer bestaande wasplaats bij de Rusthoeve.

Een indruk van de phytobak zelf. De bak is tegen neerslag afgedekt en gevuld met aarde en organisch materiaal. Van tijd tot tijd wordt vanuit de opvangtank spoelwater over het biofilter gesprenkeld en de middelenresiduen afgebroken. Voor de noodzakelijke verdamping moet de wind vrij spel hebben. Deze wasplaats wordt gebruikt voor de proefveldspuiten van de Rusthoeve en voor de twee veldspuiten van de Noord-Bevelandse spuitvereniging. Een dergelijke installatie is redelijk kostbaar; je moet al snel rekenen op €25.000.

Een interessante variant is deze low budget-wasplaats. Deelnemers van een Delphy project op Schouwen-Duiveland hebben die in samenspraak met waterschap en overheden ontwikkeld. Deze wasplaats bestaat uit een 30 centimeter dikke laag gemalen puin op dichte folie. Daarboven 10 centimeter zand afgedekt met worteldoek en de toplaag bestaat uit grasblokken. Aansluitend ligt een meter diepe zaksloot gevuld met compost. Deze wasplaats mag hooguit twee keer per jaar worden gebruikt en kost bij aanleg door derden niet meer dan €3.000.