Spruiten planten op niet bewerkte grond

Een groot deel van het zaai- en pootwerk zit er alweer op. Inmiddels zijn de eerste percelen spruiten geplant zoals hier bij Gillis Klompe en Frans van der Linde in Dreischor op Schouwen-Duiveland (Zld.).

Vanaf januari worden bij de kweker in de kas de spruiten gezaaid. Nu het plantseizoen op gang komt, worden de door Klompe bestelde planten buiten op het bedrijf uitgezet om af te harden.

Aangezien het tot Bevrijdingsdag (5 mei) zo goed als droog bleef, worden de trays met planten nat gehouden. Een gewone tuinsproeier voldoet.

Om drogen van de grond zoveel mogelijk te voorkomen, wordt de grond pas bewerkt tijdens het daadwerkelijk planten.

Op dit perceel werd vorig jaar pootgoed geteeld. Als groenbemester werd Italiaans raaigras gezaaid. Dit is in december doodgespoten. Onlangs werd met een sleepslang drijfmest uitgereden. Het perceel is nu klaar voor de voorbewerking voor het planten van de spruiten. De aardappelopslag is vooraf doodgespoten.

Ploegen doet Klompe alleen als de situatie dat vereist. Bijvoorbeeld eens in de vier jaar de stronken en gewasresten na de spruitoogst. De hoofdbewerking gebeurt met de terradigger, een bouwvoorlichter van Vogel en Noot. Moet er geploegd worden dan gebeurt dat met een ploeg in verstek om niet in de voor te hoeven rijden.

De combinatie aan het werk. De bouwvoorlichter gaat door de ploegzool, de rotoreg daarachter werkt ongeveer vijf centimeter diep. Het plantbed wordt afgewerkt met een kruimelrol.

Over deze uit de biologische landbouw overgewaaide methode is Klompe uitermate tevreden. "Omdat ik nu de bouwvoor niet meer keer, verbetert de structuur van de bodem. Er ontstaan nu verticale breukvlakken die de ploegzool doorsnijden. Dat vertaalt zich in een betere waterhuishouding. Ook het bodemleven schijnt te verbeteren. Dit is met name te zien aan de toename van verticaal migrerende wormen."

Op Schouwen-Duiveland is nauwelijks zoet water voor beregenen beschikbaar. Klompe kiest er daarom voor om de toplaag van de bodem dicht te houden om zodoende verdampen van water tegen te gaan. Op de voorgrond de bodem die na het zaaien van de groenbemester niet meer is bewerkt. Voor het zaaien van de groenbemester is overigens dezelfde bewerking met bouwvoorlichter als voor het planten toegepast. Het bewerken en zaaien gebeurt dan in één werkgang met de zaaimachine gekoppeld aan de bewerkingseenheid. De combinatie wordt dan uitgebreid met een zaaimachine.

De onbewerkte en bewerkte bodem in detail. Dit is een perceel met niet al te zware grond. Door de toplaag dicht te houden tot het moment van planten is de bovengrond nog voldoende vochtig om een prima plantbed te leveren.

De wortelplug van de spruitenplant staat op de vaste ondergrond en heeft zodoende profijt van de capillaire werking van de nauwelijks verstoorde ondergrond. De bewerkte grond is nog voldoende vochtig om de plant te laten wortelen.

Het plantgoed wordt met de wagen vanaf het bedrijf naar het perceel gebracht en daar vanaf de kopakker op de planter geladen. Hier het planten van Gigantus, een laat ras. De late rassen worden als eerste geplant vanwege hun wat tragere groei ten opzichte van vroege rassen. Gigantus wordt vanaf november geoogst.

Om twee omgangen te kunnen planten is er in de planter zelf te weinig ruimte voor alle trays. Extra trays worden daarom bovenop de planter meegenomen.

Het planten gebeurt met een halfautomaat, bemand met 4 personen. Per hectare worden gemiddeld 3.300 planten geplant. Dit jaar teelt de maatschap vijf rassen op 65 hectare.

De rijafstand bij het planten is 75 cm en in de rij van 34 tot 44 cm. De plantafstand is afhankelijk van het ras maar ook van het gewenste oogsttijdstip. Voor de meeste rassen wordt 38 tot 40 centimeter plantafstand aangehouden.

Het plantmoment van de spruitplant. Er wordt nog tot de derde week van mei geplant. De pluktijd is van half oktober tot half maart.

De trekker van de plantcombinatie staat op dubbel lucht en wordt bestuurd door middel van gps. Als voorbewerking wordt de grond nog geëgaliseerd met kruimelrol in de fronthef. De dubbellucht laat nauwelijks insporing achter.

De diepste insporing komt van de wielen van de planter. Mede om de aandrukwieltjes van de planter voldoende te laten aandrukken, sporen de wielen van de planter nog iets door in het trekkerspoor.

Het spoor van trekker en planter in detail. De insporing is niet meer dan de diepte van het plantbed.

Dit perceel is 10 dagen eerder met Gigantus geplant. Er is nauwelijks uitval en de planten staan er door de gehanteerde landbouwmethode goed bij. Wel is er wat wildschade, met vlaggen en knalapparaat wordt dit zo veel mogelijk bestreden.

Ondanks de droge periode tot 4 mei laat de wortelplug al veel nieuwe wortels zien. Ondertussen is er zoveel regen gevallen dat de spruitplanten vlot door kunnen groeien.